De huren mogen in Utrecht stad de komende 4 jaar beperkt stijgen

30 december 2019

De gemeente Utrecht wil beperking van de huurstijging in de vrije sector de komende 4 jaar. Met de belangrijkste beleggers in woningvastgoed is overeen gekomen dat de huren in de periode 2020-2023 slechts stijgen met de inflatie + 1%. Met deze maatregel wil de gemeente voorkomen dat de prijzen voor een huurwoning de pan uit rijzen en straks een grote groep inwoners deze hoge huren niet meer kan opbrengen. De maatregel heeft betrekking op circa 6.300 woningen met een huur boven de huurtoeslag grens. Dat is een kwart van de totale voorraad huurwoningen in Utrecht.

Verscherpt toewijzingsbeleid voor huurwoningen

Huurwoningen die vallen onder de middenhuur, zullen als dat enigszins mogelijk is, worden toegewezen aan huurders met een middeninkomen. Deze huurders stromen door vanuit een sociale huurwoning. Ook dit is afgesproken met de huiseigenaren in de Domstad. De gemeente Utrecht hoopt dat andere gemeenten hun voorbeeld zullen volgen. Een landelijk wettelijk kader is volgens wethouder Diepenveen van Wonen en Openbare Ruimte dringend noodzakelijk om mensen die nu tussen wal en schip vallen aan een betaalbare woning te helpen.

De huren mogen in Utrecht stad de komende 4 jaar beperkt stijgen

Grote woningnood in Utrecht

De maatregel voor beperking van de huurstijging in de vrije sector is één van de maatregelen die de gemeente Utrecht neemt. Dit met als doel om de grote woningnood aan te pakken. Utrecht is één van de snelst groeiende steden in Nederland. De wachttijden voor een sociale huurwoning zijn nu al enorm lang. Evenals voor een koopwoning voor starters. Naar verwachting telt Utrecht in 2040 450.000 inwoners, 100.000 meer dan nu. Om al deze mensen een acceptabele woning te kunnen aanbieden zijn dit soort maatregelen dringend nodig volgens het college van B&W. Hopelijk komt er snel een oplossing voor de stikstofcrisis, want als gevolg daarvan lopen zo’n 300 bouwprojecten, voornamelijk voor woningen, vertraging op in Utrecht.

Bron: Het Financieele Dagblad