Meer passende woningen voor gezinnen moeten de stad jong houden
1 oktober 2020
Bij het plannen van woningbouw moet meer rekening gehouden worden met huizen voor jonge gezinnen, vinden deskundigen. Door geschikte en betaalbare woningen te bouwen voor jonge gezinnen blijft een stad jong en divers. Het voorkomt dat gezinnen de stad achter zich laten en in de regio gaan wonen omdat daar meestal meer ruimte is en de woningen vaak ook goedkoper en ruimer zijn. Lia Karsten, stadsgeograaf aan de UvA, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar het gezinsleven in de steden. Ook zij pleit ervoor om de stad gezinsvriendelijker te maken.
Gezinnen willen weer in de stad wonen
Karsten, eind september 2020 gaat ze van haar pensioen genieten, zag in de loop der jaren de houding van gezinnen veranderen. In de jaren zeventig en tachtig verlieten ze massaal de stad om ‘buiten’ te gaan wonen. Steden als Purmerend en Lelystad barstten al snel uit hun voegen qua wijken met gezinsvriendelijke woningen. De laatste decennia is er een andere trend. Er is een groep die juist in de stad wil wonen. Grote steden zoals Amsterdam en Utrecht doen dan ook hun best om kindvriendelijker te worden. Niet alleen worden er huizen voor jonge gezinnen gebouwd, maar ook de voorzieningen sluiten erbij aan. Zo is er kindvriendelijke horeca, speeltuinen met veel groen en muziekscholen.
Buiten wonen zet de carrière van vrouwen op pauze
Opvallend vindt Karsten het, dat vrouwen die zij sprak die buiten gingen wonen of het van plan waren, hun leven aanpassen aan e nieuwe situatie. In de stad zijn de zorgtaken eerlijker verdeeld. Ook papa haalt zijn kinderen op van de sportclub of de BSO. Voorzieningen zijn vaak op fietsafstand en dus makkelijk te bereiken. Eenmaal verhuisd naar een locatie buiten de grote stad is het weer veel vaker de moeder die dit soort taken op zich neemt en haar werk aanpast aan de kinderen door te gaan freelancen, parttime werken of thuis werken. Dit heeft vaak een negatieve invloed op de carrière van deze vrouwen.
Kansen voor diversiteit
Juist kinderen zijn belangrijk voor de diversiteit in de steden. Dan gaat het niet alleen om afkomst, maar ook om sociale klasse. Kinderen uit lagere sociale milieus kunnen in de stad gemakkelijk in contact komen met kinderen uit hogere klassen. Met name de ‘sociale stijgers’, mensen die dankzij opleiding en werk een stap vooruit doen in hun maatschappelijke leven, kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren, aldus Lia Karstens. Na haar pensioen stopt ze zeker niet met al haar taken. Zo wil ze haar onderzoek naar de relatie tussen hoogbouw en gezinnen voortzetten. Het bouwen van huizen voor jonge gezinnen beperkt zich immers niet alleen tot het soort huizen maar ook de publieke ruimte er omheen. Kinderen moeten minder de ‘achterbankgeneratie’ worden, van kinderen die door hun ouders overal naartoe worden gebracht en die nog maar zelden lekker door de wijk struinen om avonturen te beleven, omdat het er niet veilig is vanwege druk verkeer en andere gevaren. Hier liggen volgens Karsten nog heel veel taken voor de projectontwikkelaars.
Bron: NRC Next