Gemeente wil leegloop winkelstraten terugdringen

23 augustus 2019

Steeds meer gemeenten moeten met lede ogen aanzien dat discounters als Lidl, Bristol en Action zich ver van het centrum vestigen. Deze ketens kiezen bewust voor een locatie aan de buitenrand, omdat deze goedkoper is en meer parkeergelegenheid voor de klanten biedt. Gemeentebestuurders vinden dit een zorgelijke ontwikkeling en zijn bang dat de winkelstraten leeglopen als dergelijke populaire winkels zich niet in de stads- of dorpskern bevinden. Dit zorgt voor conflicten tussen gemeenten en discounters, waarvan sommigen zelfs voor de rechter komen.

Niet te voorkomen

Het is voor gemeenten nauwelijks te voorkomen dat een Lidl of Action zich buiten het centrum vestigt. Dat is een kwalijke zaak waar de discounters dankbaar gebruik van maken. Voor de winkeliers in het centrum, maar ook voor de inwoners van de gemeente is dit uitermate vervelend. Minder klanten bezoeken de winkels in het centrum en inwoners moeten een behoorlijke afstand afleggen als ze boodschappen willen doen. Om dit te voorkomen zullen gemeenten veel meer aandacht moeten krijgen voor de bestaande bestemmingsplannen om beslagen ten ijs te komen bij een nieuwe vergunningaanvraag voor een Action of Lidl.

Gemeente wil leegloop winkelstraten terugdringen

Meer inzicht nodig

Omdat veel bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen de vestiging van winkels niet uitsluiten, kunnen gemeenten vaak geen kant op en moeten ze wel instemmen met de bouw. Bovendien hebben bijna alle gemeenten nog zogenaamde witte vlekken, gebieden waarvoor nog geen bestemmingsplan bestaat. De huidige bestemmingsplannen zijn vaak ontworpen door medewerkers die al lang met pensioen zijn en bestaan alleen op papier. Om een totaalplaatje te krijgen, moet er een uitvoerige inventarisatie plaatsvinden, iets waar veel gemeenten te weinig tijd of onvoldoende medewerkers voor hebben.

Capaciteit

De laatste jaren is er nauwelijks aandacht geweest voor bestemmingsplannen. Gemeenten moesten tijdens de crisis bezuinigen en kozen noodgedwongen voor minder medewerkers op de afdeling ruimtelijke ordening. Daarmee is veel kennis en ervaring verloren gegaan. Er worden wel weer nieuwe mensen aangenomen, maar lang niet zoveel als er weggegaan zijn. Daarnaast is er veel aandacht gegaan naar het bevorderen van de woningbouw. Gemeenten hebben daarom te weinig energie in de bestemmingsplannen kunnen steken. Kernen in kleine gemeenten worden het hardst getroffen, terwijl juist zij te weinig tijd en mankracht hebben om dit probleem op te pakken.

Op de agenda

Om gemeenten te helpen hun bestemmingsplannen aan te pakken, schieten provincies te hulp. Zo zijn in Noord- en Zuid-Holland al teams actief die gemeenten adviseren op het gebied van nieuwbouwwoningen. Ook voor winkelplannen zou zo’n team veel kunnen betekenen. Daarnaast kunnen gemeenten gebruik maken van adviesbureaus die een handleiding maken voor het inventariseren van winkelplannen en het eventuele schrappen daarvan. Maar in de eerste plaats zal de gemeente zelf proactief te werk moeten gaan en bestemmingsplannen hoog op de agenda zetten.

Bron: Het Financieele Dagblad