Johan Conijn pleit voor een politiek daadkrachtig woningbeleid in Nederland

1 april 2021

Emeritus-hoogleraar Woningmarkt Johan Conijn i nodig. Een daadkrachtig woningbeleid kan alleen van de grond komen als de landelijke politiek er een speerpunt van maakt er duidelijk over: Als de situatie op de woningmarkt in Nederland uit het slop moet worden getrokken dan is er meer daadkracht tijdens de aankomende kabinetsperiode. Conijn pleit voor snelle actie op drie punten: financiering van de verduurzaming van woningen, betaalbaar maken van woningen en meer nieuwbouw om het tekort op de woningmarkt op te lossen. Maar in Den Haag houdt men zich op dit moment bezig met andere prioriteiten waardoor de problemen alleen maar groter worden.

Woningtekort urgent en daardoor speerpunt bij politieke partijen

Tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart 2021 hadden alle politieke partijen de situatie op de woningmarkt in hun programma opgenomen. De situatie is urgent, dat wordt door iedereen erkend. Maar of er daadwerkelijk een daadkrachtig woningbeleid komt, blijft afwachten. Er is veel werk te verrichten om woningen te verduurzamen en tegelijk te zorgen voor betaalbare huizen voor zowel huurders als kopers. Nu is er een te grote groep die geen kans maakt op de woningmarkt. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bekeek de verkiezingsplannen en hun conclusies waren verre van positief.

Johan Conijn pleit voor een politiek daadkrachtig woningbeleid in Nederland

Minister voor Wonen

Het PBL constateert dat veel politieke partijen pleiten voor een Minister voor Wonen. Een goede zaak, maar die minister moet dan wel financiële middelen en beleidsvrijheid krijgen. Als er geen ambtenaren en geld zijn om alle mooie plannen uit te voeren dan kan deze minister niet heel veel meer doen dan wat er nu al gebeurt, en dat is duidelijk te weinig. Gemeenten hebben daarnaast al voldoende bevoegdheden om grond te onteigenen voor woningbouw. Daarnaast kan het Rijk gemeenten verplichten om grond voor woningbouw te bestemmen. Een verruiming van de bevoegdheden, waar veel partijen voor pleiten, is dus volgens het PBL niet nodig. Het enige wat er moet gebeuren is dat de bestaande mogelijkheden om een daadkrachtig woningbeleid uit te voeren, worden benut.

Planning door gemeenten moet beter

Johan Conijn constateert dat het knelpunt niet ligt bij de bouwers. Die kunnen wel opschalen naar meer te bouwen woningen. De problemen liggen bij gemeenten die stuiten op problemen bij het beschikbaar stellen van bouwgrond. Zo werden in Amsterdam bouwlocaties aangewezen maar de ontwikkeling ligt stil. Reden: er is geen geld. De gemeente moet immers een sluitende begroting presenteren en dat lukt niet als er hogere kosten moeten worden gemaakt voor het onteigenen en bouwrijp maken van grond voor extra woningen.

De huidige voorstellen zijn volgens Conijn niet toereikend om de komende jaren de doelstelling van 100.000 woningen per jaar te halen. De nieuwe regering zou in zijn programma een woningbouwprogramma moeten opnemen. Hierin moet concreet worden aangegeven wat de doelstellingen zijn. Wat voor huizen moeten er worden gebouwd, in welke prijsklasse, huur en koop. Dan weten gemeenten waar ze aan toe zijn. Vervolgens moet er duidelijkheid komen over de financiering. Alleen dan kan een daadkrachtig woningbeleid vorm krijgen.

Bron: Het Financieele Dagblad