Zit Nederland in een woningbubbel en zo ja: hoe lang houdt die nog stand?
29 juni 2021
Steeds meer deskundigen vragen zich af of Nederland in een woningbubbel zit. De huizenprijzen in Nederland blijven fors stijgen. In mei 2021 lag de gemiddelde prijs voor een koophuis bijna 13% hoger dan in mei 2020. De Rabobank, ABN Amro en ING bank voorspellen verdere stijgingen tussen de 7,5% en 11%. De vraag rijst of de waarde van koophuizen nog aansluit bij de realistische waarde. Als dat niet zo is dan zorgt een knappende bubbel voor forse daling van de prijzen. Dit kan leiden tot grote problemen van huiseigenaren die willen verhuizen of hun vaste lasten niet meer kunnen betalen en blijven zitten met een forse restschuld omdat het huis ‘onder water’ staat.
Zit Nederland in een woningbubbel?
De vraag of Nederland wel of niet in een woningbubbel zit is complex. Afgaand op de definitie dat er sprake is van een bubbel als de prijzen voor woningen fors stijgen dan is het antwoord ja. Maar bij het beantwoorden van de vraag moet ook rekening worden gehouden met bijkomende factoren zoals de krapte op de woningmarkt en lage rente op hypotheken. Deze factoren spelen momenteel in Nederland wel degelijk een rol. Er is momenteel een tekort van rond de 280.000 woningen. Dat tekort zal niet snel worden ingelopen, omdat gebiedsontwikkeling in Nederland niet zelden tien jaar of langer in beslag neemt. Daarnaast worden de prijzen van woningen opgedreven door de historisch lage rente. Investeerders richten zich graag op de woningmarkt omdat onder andere obligaties nauwelijks nog rendement opleveren.
Maatregelen van de overheid drijven de prijzen op
De overheid probeert met maatregelen bepaalde groepen te helpen, vooral starters. Startersleningen met een langere looptijd, vrijstelling van de overdrachtsbelasting en de mogelijkheid dat ouders hun kind belastingvrij 100.000 euro mogen schenken voor de aankoop van een woning. Maar deze maatregelen drijven de prijzen op. Daar komt bij dat investeerders vanaf 1 januari 2021 juist fors meer overdrachtsbelasting moeten betalen. Zij richten zich daardoor nog meer op het goedkopere segment, en dat is nu juist de categorie waar starters in geïnteresseerd zijn.
Het middensegment wordt niet gesubsidieerd
Het huidige systeem op de Nederlandse woningmarkt voorziet in 3 soorten woningen: Sociale huurwoningen, middenhuur woningen en koopwoningen. En dan zijn er natuurlijk nog de duurdere huurwoningen, die vaak door speciale groepen worden gebruikt zoals expats. De sociale huurder kan een beroep doen op de huurtoeslag. De huiseigenaar profiteert van hypotheekrenteaftrek. Degene die is aangewezen op middenhuur, te hoog inkomen voor sociale huur, te laag inkomen voor een koophuis, valt tussen wal en schip. Daarom wordt de roep steeds luider om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen. Hiermee wordt het gat gedicht tussen huurders en eigenaren. De woningbubbel wordt nu vooral ook in stand gehouden omdat mensen met een lage hypotheek niet bereid zijn om te verhuizen naar een mogelijk meer geschikt huis. Hierdoor blijft de woningbubbel in stand en is er bovendien een groter percentage Nederlanders dat niet in een huis woont dat goed aansluit bij hun woonwensen.
Bron: Stadszaken