Geen inkomenseis voor koper huis van particulieren

29 juni 2023

De Tweede Kamer heeft woonminister Hugo de Jonge teruggefloten met betrekking tot zijn voorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven om bestaande koophuizen te reserveren voor lage en middeninkomens. Hoewel De Jonge steun kreeg voor het verruimen van de voorrangsregels voor nieuwbouw- en huurwoningen, werd de optie om huizenkopers met een verkoopprijs onder de €355.000 een huisvestingsvergunning te laten aanvragen, sterk bekritiseerd door de VVD en D66. Met steun van andere partijen, waaronder de PVV en BBB, hebben zij dit voorstel weten tegen te houden. Hierdoor vallen de meeste koopwoningen nu buiten het wetsvoorstel.

Inbreuk op individueel eigendom: Bezwaren vanuit de VVD

Tijdens het debat over de invoering van de huisvestingsvergunning vorige week, betoogde VVD-Kamerlid Peter de Groot dat het stellen van inkomenseisen aan kopers neerkomt op een aantasting van individueel eigendom. Volgens hem zou de gemeente in de praktijk bepalen aan wie iemand zijn of haar huis kan verkopen.

De Jonge heeft geprobeerd tegenwerpingen te geven door te wijzen op het feit dat gemeenten vóór 2014 ook huisvestingsvergunningen mochten vragen. Bovendien benadrukte hij dat niet alle gemeenten inkomenseisen zullen stellen, maar dat dit soms noodzakelijk is om minder kapitaalkrachtige kopers te helpen op een krappe huizenmarkt. Helaas hebben deze argumenten niet geholpen.

Verlies voor De Jonge, maar ook successen: Verruiming voorrangsregels

Na de stemming heeft de minister zijn verlies genomen. Hij benadrukt echter wat hij wel heeft bereikt: de verruiming van de voorrangsregels bij de toewijzing van huur- en nieuwbouwwoningen. Gemeenten mogen nu tot de helft van deze woningen reserveren voor hun eigen inwoners of voor mensen met een cruciaal beroep of een laag inkomen.

Dit wordt gezien als ‘goed nieuws’ door De Jonge, met name voor mensen met een normale baan die wanhopig op zoek zijn naar een betaalbare woning en er zonder hulp niet tussen kunnen komen. Het is ook positief voor gemeenten, omdat ze zo kunnen zorgen dat de leefbaarheid in dorpen en steden niet verder onder druk komt te staan.

Bron: Financieele Dagblad