Warmtepompen kunnen bouwprojecten hinderen door geluidsoverlast

18 augustus 2021

Het is een probleem dat steeds vaker wordt genoemd: geluidsoverlast door een warmtepomp. In veel nieuwbouwwoningen wordt geen aardgas meer aangelegd en dus wordt de woning vaak verwarmd door zo’n pomp. Maar vooral als het gaat om een huizenblok met meerdere warmtepompen is de kans groot dat de bewoners hinder ondervinden van het constante gebrom. Bij appartementen is het probleem nog groter. Daar worden de warmtepompen vaak buiten geplaatst, waardoor er overlast kan ontstaan voor omwonenden.

Warmtepompen kunnen bouwprojecten hinderen door geluidsoverlast

Uitspraak Raad van State

De gemeente Gooise Meren wil in het voormalige gemeentehuis van Muiden appartementen realiseren. Omwonenden vreesden geluidsoverlast en klopten aan bij de Raad van State. Die gaf de klagers gelijk, maar dit had geen gevolgen. Het bestemmingsplan was namelijk vastgesteld op basis van het toen nog van kracht zijnde Bouwbesluit uit 2012. Inmiddels zijn de normen aangescherpt. Dat betekent dat de uitspraak van de RvS wel gevolgen heeft voor bouwplannen van latere datum. Het nieuwe Bouwbesluit gaat overigens uit van een norm van maximaal 40 dB per warmtepomp gedurende de uren tussen 19.00 en 7.00 uur. De RvS oordeelt dat rekening moet worden gehouden van cumulatief geluid van meerdere pompen.

Verlaging geluidsnorm naar 30 dB

De Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) pleit ervoor dat een warmtepomp op 5 meter afstand niet meer dan 30 dB geluid mag produceren. De nieuwe modellen warmtepomp voldoen aan deze norm. Daarnaast kan overlast worden beperkt door bij de plaatsing goed te kijken naar een geschikte locatie, bijvoorbeeld achter een schuur of in een ruimte met geluiddempende ventilatie. in de woning. Daarnaast kan er gebruik worden gemaakt van flexibele leidingen en van trillingsdempers van rubber. Op die manier kan de geluidsoverlast enorm worden beperkt. Voor een klein aantal woningen kan uiteraard ook een alternatief worden overwogen zoals een warmtenet, aldus de NSG.

Bron: Stadszaken