Het vaste huurcontract moet weer de norm worden

17 april 2023

Tweede Kamer partijen CU en PvdA hebben een wetsvoorstel ingediend over huurcontracten. De partijen stellen voor om huurders in principe een vast huurcontract te geven. De Tweede Kamer staat positief tegenover het voorstel, evenals minister Hugo de Jonge. Maar er komen waarschijnlijk wel mogelijkheden voor verhuurders om alsnog onder het vaste contract uit te kunnen komen. Tweede Kamerlid Pieter Grinwis van de CU vreest dat uitzonderingen leiden tot het toch weer toepassen van tijdelijke huurcontracten.

Tijdelijke huurcontracten

In 2016 voerde toenmalig minister Stef Blok het tijdelijke huurcontract in. Hij was van mening dat dit zou leiden tot minder leegstand en betere doorstroming. Vooral particuliere verhuurders maken er veel gebruik van. Sinds de invoering werden steeds vaker huurcontracten voor 1 of enkele jaren afgesloten. Institutionele vastgoedbeleggers maken minder vaak gebruik van deze mogelijkheid. Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) schetste tijdens het debat in de Tweede Kamer het beeld van woonstress bij huurders. Vooral de doelgroep tussen 25 en 30 jaar heeft ermee te maken. Zij sluiten een contract af voor hooguit twee jaar. Als het contract afloopt verhoogt de verhuurder de huur fors. Dit betekent in veel gevallen dat de huurder op zoek moet naar andere woonruimte. Het tijdelijke huurcontract wordt niet gebruikt als ‘mogelijkheid’ maar is de norm geworden, aldus Nijboer.

Afspraak in coalitieakkoord

De regeringspartijen spraken al in het regeerakkoord af dat een vast huurcontract weer de norm moet worden. Het tijdelijk huurcontract zou verboden worden. Hoe deze regel vormgegeven moet worden werd echter niet verder toegelicht. Nu het initiatiefvoorstel er ligt doemen er echter bezwaren op. De VVD wijst op stellen die gaan samenwonen maar de vrijkomende woning willen aanhouden voor het geval het samenwonen tegenvalt. Of erfgenamen die een woning willen gaan verhuren voor enkele jaren en dan verkopen. Deze groepen zullen niet meer aan verhuren willen beginnen. Dat leidt ertoe dat er minder huurwoningen op de markt komen, aldus een VVD woordvoerder tijdens het Kamerdebat. Tijdelijke verhuur blijft mogelijk, aldus de initiatiefnemers van de nieuwe wet. Dit kan bijvoorbeeld als de eigenaar een aantal jaren in het buitenland verblijft.

Het vaste huurcontract moet weer de norm worden

Amendement CDA

Het CDA, mogelijk cruciaal bij de stemming over de wet, wil ook een aantal wijzigingen. Een vast huurcontract hoeft niet bij bepaalde doelgroepen zoals studenten uit het buitenland, weeskinderen en mensen die vanwege een grote verbouwing tijdelijk een woning willen huren. Ook voor mensen die uit een opvang komen of ‘in een noodsituatie’ verkeren moet een tijdelijk huurcontract kunnen worden aangeboden. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting stelde eerder nog voor om tijdelijke huurcontracten beperkt mogelijk te maken. Bijvoorbeeld voor huurders die mogelijk overlast veroorzaken in bepaalde wijken. De gemeenten moeten hier dan over beslissen. Hij is, net als de VVD, bang dat een totaalverbod op tijdelijk verhuren zal leiden tot minder huurwoningen.

Verhuur van flexwoningen

In het wetsvoorstel van PvdA en CU staat wel een uitzondering voor de verhuur van flexwoningen. Die hebben immers sowieso een tijdelijk karakter. Deze woningen mogen daarom worden verhuurd zonder vast huurcontract. De huurperiode varieert van 5 tot 15 jaar. Dan worden de woningen weggehaald. De SP vindt dat de verhuurder dan voor de nog zittende huurders een andere woning moet aanbieden. Minister De Jonge gaat hier niet in mee. Hij vreest dat dit belemmerend werkt om in dit soort flexwoningen te willen investeren. De Tweede Kamer stemt in de tweede helft van april 2023 over het wetsvoorstel.

Bron: Het Financieele Dagblad