Veel steden worstelen met leegstand in de binnenstad
28 mei 2019
Het is geen nieuws meer dat in veel binnensteden de leegstand van winkelpanden een steeds groter probleem wordt. Winkeliers kunnen de vaak hoge huren niet meer opbrengen en sluiten noodgedwongen hun zaak. Sommigen willen hun winkel wel voortzetten, maar dan liefst buiten de dure binnenstad. Maar daar zijn gemeenten dan weer op tegen, omdat dit de leegloop van het centrum alleen nog maar groter maakt. Dit probleem speelt onder andere in Appingedam. Daar wil schoenen- en kledingketen Bristol een pand openen. Maar niet in het centrum, maar op het Woonplein. En dat wil de gemeente niet, want het Woonplein is voorbehouden aan meubelzaken, keukenbedrijven en bouwmarkten. De strijd duurt nu al een hele tijd, het wachten is nu op het oordeel van de Raad van State.
Uitgestorven stadscentra in België en Frankrijk
In landen als Frankrijk en België zijn de regels voor vestiging van winkels veel minder streng. Het gevolg daarvan is dat steeds meer winkels hun bedrijf verplaatsen. Dit vooral uit het centrum naar grote terreinen waar voldoende parkeergelegenheid is en waar mensen dus vlot hun boodschappen kunnen doen. Daarom is het probleem van de ‘uitgestorven binnensteden’ in België en Frankrijk nog veel groter dan in Nederland omdat hier veel winkels nog ‘noodgedwongen’ in de binnenstad te vinden zijn. Online shoppen is de grootste oorzaak van de leegstand van winkels. In Appingedam speelt nog een ander probleem mee: het ligt in het aardbevingsgebied en dus trekken mensen er weg zodra ze de kans krijgen.
Appingedam wil koste wat kost de levendigheid in de binnenstad behouden
Appingedam heeft er de afgelopen jaren veel aan gedaan om de binnenstad levendig te houden. De winkelomgeving is verbeterd en winkeliers die er gevestigd zijn krijgen alle vrijheid en medewerking als ze hun winkel willen uitbreiden of juist splitsen. De uiteindelijke uitspraak van de Raad van State over het geschil met Bristol wordt in spanning afgewacht. Niet alleen door Appingedam, maar ook door andere gemeenten. Want als Bristol uiteindelijk zijn zin krijgt en zich op het Woonplein mag vestigen, dan zal dit een precedentwerking hebben voor andere winkelbedrijven. De verantwoordelijke wethouder van Appingedam zou dit betreuren, want dit zou betekenen dat alle inspanningen die de stad heeft gedaan om het centrum aantrekkelijk te houden voor zowel winkeliers als winkelend publiek teniet doen.
Herziening bestemmingsplan woonboulevards
Als er meer niet woongerelateerde winkels toestemming krijgen om zich op een woonboulevard te vestigen dan betekent dit dat gemeenten hun bestemmingsplannen moeten herzien. Er zijn in Nederland circa 100 woonboulevards, en het aangezicht daarvan zal sterk veranderen als er straks steeds meer winkels gevestigd worden die niets met wonen te maken hebben. En de leegloop van de binnensteden zal daardoor alleen nog maar groter worden. Er ligt dus nog veel werk voor gemeenten om ervoor te zorgen dat hun inwoners toch nog graag ‘naar de stad’ gaan. Is dat niet om te shoppen, dan wellicht voor andere activiteiten.
Bron: NRC Next