Situatie op de huizenmarkt voor koopstarters nog steeds uitermate somber
5 april 2022
Koopstarters op de huizenmarkt zijn nog altijd buitengewoon pessimistisch. Hypotheekadviseur Visi deed onderzoek en kwam tot deze weinig verrassende conclusie. Koopstarters pleiten ervoor dat er een verbod komt op overbieden bij de verkoop van een woning. Deze wens lijkt echter verre van haalbaar. Slechts 15% van de ruim 1000 ondervraagde twintigers en dertigers denkt dat het in 2022 nog gaat lukken om een eerste woning te kopen. Eind 2021 hadden 2 van de 5 huizenzoekers nog hoop op een koopwoning. Vooral onder twintigers is er sprake van pessimisme, slechts 11% van hen denkt dit jaar nog een woning te kunnen kopen.
Weinig aanbod, hoge prijzen
De huizenprijzen zijn nog steeds historisch hoog. Daar komt bij dat er nauwelijks aanbod is. Huiseigenaren zetten hun woning niet te koop omdat ze zelf ook geen andere woning kunnen vinden. Koopstarters op de huizenmarkt hebben het extra zwaar omdat ze nog geen vermogen hebben opgebouwd en daardoor niet kunnen opbieden tegen zij die dat al wel hebben kunnen doen of tegen beleggers. De enige manier om het nijpende woningtekort op te lossen lijkt meer bouwen. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt alles in het werk om de ambitie voor 900.000 nieuwe woningen tot 2030 uit te laten komen.
Belasting van overwaarde
Behalve dat 60% van de ondervraagden wel wat ziet in een verbod op overbieden, is een deel ook voorstander van het belasten van de overwaarde van een woning. Dat dit gaat leiden tot ongetwijfeld felle protesten van huiseigenaren ligt voor de hand. Velen die jaren geleden een woning kochten hebben er immers ook niet om gevraagd dat hun huis fors meer waard werd. Als er geen verhuisplannen zijn kunnen ze deze overwaarde niet verzilveren. Daar staat tegenover dat een hogere waarde ook al leidt tot een hogere onroerendezaakbelasting.
Bron: Het Financieele Dagblad