Minister De Jonge stelt puntensysteem in tegen extreme huurprijzen in vrije sector

20 mei 2022

Minister De Jonge heeft een plan gelanceerd om de huren voor woningen in de vrije sector te bepalen. De verhuurder moet hiervoor een puntensysteem toepassen dat vergelijkbaar is met dat bij sociale huurwoningen. Aan de hand van kenmerken van de woning worden punten toegekend en op basis van het aantal punten voor een woning wordt bepaald hoe hoog de huur maximaal mag zijn. Op deze manier moeten mensen met een middeninkomen een betaalbare woning kunnen vinden. Nu is dat vaak onmogelijk, omdat zij niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en de huren in de vrije sector onbetaalbaar zijn.

Regulering huurprijzen vanaf 2024

De regeling voor een puntensysteem voor vrije sector woningen gaat uiteraard niet meteen in. De minister streeft naar invoering per 1 januari 2024. Nu mag voor een woning tot 142 punten maximaal de nu geldende maximale huur voor een sociale huurwoning worden gevraagd. Anno mei 2022 is dat 760 euro per maand. De score wordt onder andere bepaald aan de hand van de WOZ-waarde en het aantal vierkante meters van de woning. De minister wil de huurprijs reguleren voor woningen tot maximaal 187 punten. Onduidelijk is nog of voor deze categorie dan ook een inkomensgrens gaat gelden zoals dat nu het geval is voor sociale huurwoningen.

Gereguleerde huur voor meer woningen

Nederland telt anno 2022 zo’n 8 miljoen woningen. Daarvan vallen er nu circa 640.000 in de vrije huursector. Twintig procent van deze woningen heeft nu een maandelijkse huur van meer dan 1.000 euro. Een eventuele wijziging van de huurprijs gaat pas in als het huurcontract wordt verlengd of als er een nieuwe huurder komt. De minister overweegt ook om de jaarlijkse stijging van de huur in de vrije sector aan banden te leggen door hiervoor een plafond vast te stellen. Hiermee wil hij voorkomen dat huurders vanwege de forse inflatie van dit moment in financiële problemen komen.

Minister De Jonge stelt puntensysteem in tegen extreme huurprijzen in vrije sector

Beleggen in vastgoed onaantrekkelijker?

Met de nu voorgestelde maatregelen voor woningen in de vrije sector wordt het voor beleggers onaantrekkelijker om in woningvastgoed te investeren. De rente voor leningen loopt op en ook de verhoogde overdrachtsbelasting betekent een flinke extra kostenpost. Deze bedraagt nu 8% en gaat vanaf 2023 omhoog naar 9%. Daarnaast wordt de belasting van vastgoed anders vastgesteld in de toekomst waardoor beleggers over hun panden meer inkomstenbelasting moeten gaan betalen.

Verkoop van huurwoningen dreigt

Vastgoed Belang, de belangenvereniging van vastgoedinvesteerders, laat bij monde van manager Arnoud Vlak weten dat de nu voorliggende maatregelen gevolgen gaan hebben. Als vastgoedinvesteerders geen aanvaardbaar rendement meer kunnen halen uit hun vastgoed dan is de kans groot dat woningen van de hand worden gedaan en dus op de koopmarkt terechtkomen. Hierdoor zal het toch al beperkte aanbod aan huurwoningen in de vrije sector verder afnemen.

Voor oppositiepartij GroenLinks gaan de maatregelen voor het puntenstelsel echter nog niet ver genoeg. Zij willen met een initiatiefwet komen waardoor minstens 95% van de huurwoningen onder dit systeem valt en dus met een gemaximaliseerde huurprijs te maken krijgt. Daarvoor moet het aantal punten worden opgetrokken naar 250. De huur voor woningen tot dit maximum mag dan volgens GroenLinks niet meer dan 1350 euro per maand bedragen. Minister De Jonge vindt dit geen goed idee. Hij vreest dat grote beleggers zoals pensioenfondsen dan niet meer investeren in de bouw van betaalbare huurwoningen. Daarmee komt zijn opdracht in de knel om tot 2030 minimaal 900.000 nieuwe woningen te laten bouwen.

Bron: Het Financieele Dagblad