Jaarlijkse toename van 75.000 woningen nog lang niet in zicht

10 september 2019

Volgens emeritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn ligt er een duidelijke rol voor de Nederlandse overheid om de stagnerende woningmarkt te helpen. Intenties zijn leuk, maar als er niets mee wordt gedaan kunnen ze net zo goed achterwege blijven. Het streven was om in de periode 2012 – 2022 jaarlijks zo’n 75.000 woningen te bouwen. Dat aantal is in de afgelopen jaren niet gehaald en dat gaat de komende jaren ook zeker niet gebeuren.

Aantal bouwvergunningen blijft dalen

Het aantal aangevraagde en toegekende vergunningen om te bouwen was in 2019 dramatisch laag. Daar komt bij dat er onhandige keuzes worden gemaakt. Huizen in de vrije sector, met een huur boven de 700 euro en soms zelfs boven de middenhuurgrens van 1.000 euro worden gebouwd terwijl de vraag daarnaar afneemt, omdat huurders deze huren simpelweg niet meer kunnen opbrengen. Huizen voor starters op de markt voor koophuizen, waar wel sterk behoefte aan is, worden daarentegen nauwelijks gebouwd.

Jaarlijkse toename van 75000 woningen nog lang niet in zicht

Ambities sluiten niet aan bij de vraag

Volgens hoogleraar Conijn sluiten de plannen simpelweg niet aan bij wat er op dit moment gevraagd wordt. Sinds 2013 zijn er steeds weer mooie plannen gemaakt maar de resultaten daarvan, als die er al waren, voldeden niet aan de vraag. Er moet goedkoper worden gebouwd om het woningaanbod beter te laten aansluiten op waar woningzoekenden om vragen. Dit vraagt een omslag bij de bouwers om zo de stagnerende woningmarkt vlot te trekken. Als die er niet komt dan zullen de problemen op de woningmarkt voorlopig nog niet voorbij zijn.

Bron: Het Financieele Dagblad