Hugo de Jonge worstelt met het woningbeleid in Nederland

2 januari 2023

Minister Hugo de Jonge trad in januari 2022 aan als minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Zijn belangrijkste taak: de problemen met het Nederlandse woningbeleid oplossen. De Jonge werd de eerste minister voor dit ministerie sinds 2010. In dat jaar trad het eerste kabinet Rutte aan. Mark Rutte vond een ministerie voor volkshuisvesting hopeloos achterhaald. De woningmarkt moest zichzelf maar redden zonder overheidsbemoeienis. Datzelfde gold voor de landbouw. Ook het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. We weten allemaal hoe de verstandhouding tussen de boeren en de overheid er anno 2022 voor staat. Het ministerie voor Volkshuisvesting kwam terug. Aan Hugo de Jonge de taak om de problemen op de woningmarkt in Nederland op te lossen. Gaat hem dat lukken?

Woningbeleid schiet tekort

Het is anno 2022 wel duidelijk dat het woningbeleid in Nederland schromelijk tekortschiet. Er is een tekort van minimaal 300.000 woningen. Er wordt te weinig geïnvesteerd in sociale woningbouw. Geschikte huisvesting voor senioren ontbreekt waardoor zij noodgedwongen in hun te grote eengezinswoningen blijven wonen. Starters kunnen geen huis kopen en vaak ook geen huis huren vanwege de schaarste. Kortom: er is werk aan de winkel voor Hugo de Jonge. Gevolg van deze situatie is een groeiende ongelijkheid tussen mensen met een koopwoning en mensen zonder koopwoning. Daarnaast deden beleggers in woningvastgoed goede zaken met huurprijzen die soms de pan uit rezen. De VVD als grootste regeringspartij vond het allemaal prima. De beleggers waren hun doelgroep, dus hen werd geen strobreed in de weg gelegd.

Hugo de Jonge worstelt met het woningbeleid in Nederland

De regie weer bij de overheid

Minister DE Jonge heeft sinds zijn aantreden al wat stappen gezet. Eind 2022 stemde de Tweede Kamer in met het beperken van de huurstijging in de vrije sector tot maximaal 4%. Ook kwam er instemming voor toepassing van het puntensysteem voor 90% van de huurwoningen. Dat betekent dat de huren voor deze woningen vanaf 2024 worden vastgesteld conform hetzelfde systeem dat nu al voor sociale huurwoningen geldt. Dit betekent dat zo’n 300.000 huurders van vrije sectorwoningen vanaf 2024 een huurverlaging tegemoet kunnen zien. Die kan oplopen tot 200 euro per maand. VastgoedBelang, de vereniging van particuliere woningbeleggers, is uiteraard niet te spreken over deze maatregelen en uitte zijn grote ongenoegen.

VVD haalt bakzeil

Het lijkt er op dat de aanpak van De Jonge succesvol is. Zij het tegensputterend, ook de VVD fractie in de Tweede Kamer ziet in dat het woningbeleid op de schop moet. De partij ging dan ook akkoord met het opleggen van verdere fiscale maatregelen aan verhuurders. Ook de VVD erkent dat het woningbouwbeleid de afgelopen jaren ernstig tekort is geschoten en steunt nu maatregelen waar deze partij eerder fel verzet tegen pleegde.

900.000 nieuwe woningen

Behalve het in bedwang houden van de huurprijzen moet De Jonge ook zorgen voor zo’n 900.000 nieuwe woningen tot 2030. Dat wordt nog een flinke uitdaging. De Jonge doet zijn best. Hij ‘schaakt op meerdere borden’. Er wordt overleg gevoerd met alle mogelijke partijen die een rol kunnen spelen op de woningmarkt in Nederland. Vooral gemeenten en provincies moeten over de streep worden getrokken om zich te willen inzetten voor de woningmarkt. Daarnaast zijn er nog meer hobbels te nemen. De kosten voor de bouw stijgen en dan is er ook nog het stikstofprobleem. Maar De Jonge is vastberaden. Die 900.000 woningen moeten er hoe dan ook staan in 2030.

Bron: Het Financieele Dagblad