Hoe waardevol zijn woningvastgoedinvesteerders voor de Nederlandse woningmarkt?
28 februari 2023
Woningvastgoedinvesteerders liggen in Nederland behoorlijk onder vuur. De term huisjesmelkers valt regelmatig. Want het zijn per definitie allemaal op geld beluste zakenlieden die niets anders willen dan panden opkopen om die vervolgens voor monsterlijk hoge bedragen te verhuren. Ook de overheid heeft de vastgoedeigenaar op de korrel. Een aantal impopulaire belastingmaatregelen moeten beleggen in stenen onaantrekkelijk maken. Maar snijdt de overheid zich daarmee niet in de vingers?
Niet iedere verhuurder is malafide
Hoe onwaarschijnlijk sommigen het ook vinden: er zijn ook professionele woningvatgoedinvesteerders. Verhuurders die voor hun panden een eerlijke huur vragen. Die actie ondernemen als de huurder meldt dat er onderhoud nodig is. Woningen worden beheerd door kleine vastgoedbezitters die enkel panden verhuren. Ze doen dit om met het doorgaans bescheiden rendement hun pensioen te kunnen aanvullen. En dan zijn er nog de pensioenfondsen die in vastgoed beleggen. Die zijn al helemaal geen bedreiging voor starters op de huizenmarkt. Ze kopen namelijk vrijwel nooit bestaande woningen op. Dergelijke institutionele beleggers investeren uitsluitend in nieuwbouwprojecten.
Overheid heeft veel invloed
In Nederland is de marktwerking op de woningmarkt beperkt. Voor het overgrote deel van de woningen geldt dat de overheid bepaalt hoeveel huur daarvoor mag worden gevraagd. Als het om bouwen gaat is de invloed nog groter. De overheid, meestal de gemeente, bepaalt wat en waar er gebouwd wordt. Voordat een gemeenteraad akkoord gaat met bouwplannen zijn er vaak jaren verstreken. Twee derde van de woningmarkt is in handen van woningcorporaties en bestaat dus uit voornamelijk uit sociale huurwoningen. De vrije sector heeft minder dan 10% van de huizenmarkt in Nederland in handen. Dit baart onder andere het IMF al jarenlang zorgen. Ook De Nederlandsche Bank vindt dat de verhoudingen op de woningmarkt in Nederland uit balans zijn.
Particuliere beleggers onder druk
Edward Touw, woordvoerder van woningverhuurder Heimstaden, vat het overheidsbeleid voor particuliere woningvastgoedinvesteerders simpel samen. Staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit wil deze groep belasten op basis van een fictief rendement. Zijn collega en partijgenoot Hugo de Jonge van Volkshuisvesting neemt op zijn beurt maatregelen die ervoor zorgen dat dit rendement nooit gehaald gaat worden. Touw erkent dat dergelijke maatregelen zeker helpen om malafide pandjesbazen te dwarsbomen. Alleen treffen ze ook de veel grotere groep vastgoedverhuurders die wel degelijk het beste voor hebben met hun huurders.
Afname van huurwoningen
De gevolgen van de nu genomen maatregelen door de landelijke overheid blijven niet uit. Particuliere beleggers zijn al begonnen met het verkopen van hun vastgoed. Institutionele beleggers zijn terughoudend met investeren in nieuwbouwprojecten. Die belanden dus op de plank. Hierdoor komt de wens van minister De Jonge om jaarlijks minstens 100.000 woningen te bouwen nog verder onder druk te staan. Edward Touw spreekt de hoop uit dat het kabinet tot inkeer komt voordat het te laat is. Als investeerders eenmaal naar het buitenland zijn vertrokken, komen ze niet snel weer terug.
Bron: NRC