Historisch laag aanbod van koopwoningen krijgt predicaat ‘aanbodcrisis’ van NVM

De NVM maakt zich ernstig zorgen over de situatie op de woningmarkt. Er is volgens de makelaarsvereniging zelfs sprake van een ‘aanbodcrisis’. Eind 2021 stonden er slechts 15.600 woningen te koop, een historisch laag aantal dat sinds halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw niet meer is voorgekomen. Deze situatie is het logische gevolg van de situatie op de huizenmarkt. Huizenbezitters zetten hun huis niet te koop omdat ze simpelweg zelf geen andere woning kunnen vinden.

Huizenprijzen opnieuw fors gestegen

De aanbodcrisis heeft tot gevolg dat de prijzen op de woningmarkt in 2021 opnieuw fors zijn gestegen. De prijs voor een huis lag in december 2021 ruim 20% hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. In het laatste kwartaal van 2021 werden zo’n 36.500 woningen te koop aangeboden, een daling van 16% ten opzichte van dezelfde periode in 2020. NVM constateert dat er sprake is van ernstige stagnatie in de doorstroming op de woningmarkt. De overwaarde op de huidige woning, beschikbare spaartegoeden en de lage hypotheekrente zorgen ervoor dat er fors kan worden overboden op een koopwoning. Acht van de tien woningen worden momenteel boven de vraagprijs verkocht. Een bestaande koopwoning kostte eind 2021 gemiddeld 438.000 euro. Hierdoor kan een steeds groter wordende groep zich geen koophuis meer veroorloven.

Huizenprijzen buiten de Randstad stijgen het hardst

Omdat in de Randstad huizen sowieso onbetaalbaar werden weken veel huizenkopers uit naar andere regio’s. Het gevolg is dat daar de prijzen nu ook fors oplopen. Voor een woning in de regio Deventer, in Flevoland of in delen van Gelderland moet maar liefst een kwart meer betaald worden voor een woning dan eind 2020. Ook in regio’s die voorheen bekend stonden om hun lage huizenprijzen gaan de prijzen nu fors omhoog, zoals in Drenthe en Groningen. Wie een huis wil kopen is in Amsterdam nog steeds het duurst uit, daar ligt de gemiddelde prijs voor een koopwoning op 602.000 euro.

Huizenzoekers geven de moed op

De makelaarsvereniging constateert dat mensen die op zoek zijn naar een koophuis de moed opgeven. Het aantal bezichtigingen voor te koop staande woningen nam af van gemiddeld tien naar hooguit zes. Dat betekent dat makelaars steeds minder werk hebben en hun inkomsten dus zien dalen. Makelaars zien het aantal opdrachten voor verkoop steeds verder dalen. Werden er in voorgaande jaren nog gemiddeld 170.000 woningen per jaar verkocht, in 2021 bleef de teller steken bij 141.000. Makelaars moeten concurreren met hun collega’s en zien zich dus ook genoodzaakt om hun courtage te verlagen. Daarnaast worden steeds meer huizen zonder makelaar verkocht, omdat de eigenaar zelf al een koper heeft gevonden. Ook werden er in 2021 bijna 20% minder nieuwbouwwoningen verkocht. Slechts 8.800 nieuwe huizen kregen vorig jaar een eerste eigenaar.

Bron: Het Financieele Dagblad