GGZ-instellingen worstelen met bezuinigingen en veranderend beleid

28 mei 2019

Aan het begin van de vorige eeuw verrezen in Nederland degelijke instellingen voor mensen met psychische problemen. Als je ‘in de war’ was dan was het volgens deskundigen het beste dat je je intrek nam in een ‘gesticht’ waar je vaak de rest van je leven woonde. Dit soort instellingen, zoals het Sint Bavo instituut, waren zo ongeveer zelfvoorzienend met winkels en zelfs een kroeg op het eigen terrein. Werd je er eenmaal opgenomen dan kwam je er in veel gevallen nooit meer weg. De bewoners besteedden hun tijd aan tuinieren, knutselen en als ze daartoe in staat waren lichte arbeid. Het waren kleine dorpsgemeenschappen. Maar de tijden veranderen, en dus ook de kijk op geestelijke gezondheidszorg.

GGZ-instellingen verkopen hun vastgoed

De aloude instellingen werden vaak gerund door nonnen en broeders die dit werk vanuit geloofsovertuiging deden. Toen zij vertrokken en er geen opvolgers meer waren, kwamen de kolossale panden leeg te staan. De GGZ werd kleinschaliger, de mening dat mensen met psychische problemen veel beter ‘in de maatschappij’ kunnen worden geholpen krijgt steeds meer bijval. Daarom worden grootschalige instellingen zoals Sint Bavo nu verkocht. De gebouwen worden gesloopt en de grond wordt bouwrijp gemaakt voor woningbouw.

GGZ instellingen worstelen met bezuinigingen en veranderend beleid

Forse daling van het aantal opnames

Vandaag de dag worden steeds minder mensen langdurig opgenomen in een GGZ instelling. Zorg wordt aan huis verleend of in een kleinschalige woonvorm. Sinds 2012 is het aantal langdurig opgenomen patiënten met de helft afgenomen. Daardoor zaten GGZ instellingen in hun maag met leegstaand vastgoed. Dit wordt nu van de hand gedaan om de tekorten op de begroting nog enigszins recht te trekken. Want het dalend aantal patiënten heeft ook te maken met forse bezuinigingen vanuit de overheid en het overdragen van de zorg vanuit het Rijk naar de gemeenten. Tot 2012 betaalde de overheid de kosten voor de gebouwen van de GGZ. Vanaf dat jaar veranderde dat beleid en kregen de instellingen een vergoeding per patiënt. Lege bedden betekende dus dat de instelling minder geld kreeg. Daardoor kwamen veel GGZ instellingen in de financiële problemen en werden zodoende genoodzaakt om vastgoed af te stoten.

De Valeriuskliniek in Amsterdam ging voor ruim 21 miljoen van de hand

De bekende Valeriuskliniek, waar onder andere dichter Adriaan Ronald Holst zich liet behandelen ging enkele jaren geleden voor ruim 21 miljoen euro van de hand. Het pand, of liever gezegd de grond, kwam in handen van projectontwikkelaars die er nu seniorenwoningen willen gaan bouwen. Opnames vonden er ten tijde van de verkoop allang niet meer plaats, want de behandeling van psychiatrische patiënten bestaat nu vooral uit dagbehandeling. Experimentele therapieën zoals shocktherapie, waar de Valeriuskliniek onder andere om bekend stond, worden nu niet meer toegepast. De winst kwam ten goede aan de GGZ instelling die daardoor weer uit de rode cijfers kwam. De verwachting is dat de GGZ instellingen hun vastgoedportefeuille in de komende jaren nog verder naar beneden zullen bijstellen om de dalende inkomsten het hoofd te kunnen bieden.

Bron: NRC Next