VN verdrag Handicap verdient meer aandacht bij gemeenten

11 november 2019

Conform het VN verdrag Handicap moeten landen en dus ook gemeenten meer doen voor de integratie van mensen met een beperking. Uit onderzoek van de NVRR (Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies) blijkt dat slechts een derde van de gemeenten daadwerkelijk grote stappen heeft gezet om mensen met een beperking te laten meedoen in de maatschappij. Er werden beleidsplannen binnen het sociaal domein getoetst op expliciete maatregelen voor gehandicapten. Ook werd nagegaan of er speciaal beleid is ontwikkeld voor de integratie van mensen met een beperking.

De intentie voor beter beleid voor gehandicapten is wel aanwezig

Veel gemeenten hebben wel de intentie om het VN verdrag Handicap uit te voeren. Ondanks dat slechts een enkele gemeente op dit moment een concreet plan heeft, hebben gemeenten vaak wel beleid voor gehandicapten in andere beleidsplannen opgenomen. Het gaat dan vooral om beleid in het kader van de Participatiewet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Er zijn echter gemeenten die op geen enkele wijze extra aandacht geven aan de integratie van inwoners met een beperking. Het verdrag spreekt ook over extra aandacht voor vrouwen met een beperking. Daar wordt tot nu toe bij geen enkele gemeente extra aandacht aan besteed.

VN verdrag Handicap verdient meer aandacht bij gemeenten

Belangrijke rol voor de gemeenten

Dat de gemeenten nog niet zoveel haast maken met het ontwikkelen van beleid is zorgelijk. Het VN verdrag Handicap spreekt namelijk van een bijzondere rol voor de gemeenten. Nederland heeft zich al in 2016 aan dit verdrag geconformeerd. Zowel in de Jeugdwet als in de WMO en de Participatiewet is vastgelegd dat gemeenten er zorg voor moeten dragen dat de integratie van mensen met een beperking stapsgewijs wordt geregeld. Het gaat daarbij om het bieden van zorg en begeleiding om ervoor te zorgen dat ook mensen met een beperking zoveel mogelijk zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.

Bron: Het Financieele Dagblad