De vaart lijkt eindelijk uit de stijging van de huizenprijzen

In november 2019 stegen de prijzen van koopwoningen volgens het CBS met gemiddeld 5,8% ten opzichte van november 2018. Een woning werd zo’n 15.000 euro duurder waarmee een huis op een gemiddelde verkoopprijs komt van € 312.866. De stijging is nog steeds fors, maar de huizen worden minder snel duurder dan in voorgaande jaren. In oktober bedroeg de stijging nog meer dan 6%.

Huizenprijzen al jaren in de lift

Toen in 2008 de economische crisis uitbrak, die vooral zijn weerslag had op de huizenmarkt, daalden de prijzen fors. Sinds 2013 stijgen de huizenprijzen weer en sinds mei 2018 zijn huizen weer duurder dan vlak voor de crisis, toen de huizenmarkt al op een top zat. Daarna zijn de prijzen van koopwoningen alleen nog maar verder gestegen. Vooral in de Randstad en enkele grote steden daarbuiten zijn veel koophuizen voor een grote groep mensen onbetaalbaar geworden. Dit wordt mede veroorzaakt door de strengere regels voor het verstrekken van een hypotheek.

Het aantal verkochte huizen daalt

De gevolgen voor de forse prijsstijgingen kunnen natuurlijk niet uitblijven. Het aantal verkochte woningen daalt. Het Kadaster noteerde tot en met november 2019 18.346 woningen. Met nog een maand te gaan voor dat jaar zal het aantal van 218.000 verkochte woningen in 2018 niet worden gehaald. In 2017 wisselden nog 242.000 huizen van eigenaar. De daling wordt veroorzaakt door de hoge prijzen maar ook door de stagnerende oplevering van nieuwbouwwoningen.

Als gevolg van de stikstofcrisis en de problemen met de afvoer van PFAS liggen bouwprojecten stil en blijft het aantal opgeleverde nieuwe woningen achter bij de verwachting. Hoe de huizenprijzen zich in 2020 gaan ontwikkelen blijft deels koffiedik kijken. De prijzen zullen wellicht nog wat verder stijgen, maar echt forse stijgingen lijken definitief verleden tijd. Huizen zijn overigens sinds 2013 gemiddeld 42% duurder geworden, en ongekende stijging in zo’n korte periode.

Bron: Het Financieele Dagblad