Stedelijk gebied ziet er anders uit na corona

28 april 2020

Architect Ben van Berkel denkt dat stedelijk gebied sterk zal veranderen na de coronacrisis. Het idealistisch bouwen zal weer een grote rol gaan spelen. Technologie speelt daarin een essentiële rol. Zo kunnen we blijven samenleven na de crisis.

In de samenleving

Van Berkel wil als architect in de samenleving staan en bij voorkeur op ontwikkelingen in de maatschappij vooruit durven lopen. Zo werkt hij niet alleen met bouwkundigen, maar ook met allerlei andere professionals zoals data-analisten, psychologen, gezondheidsdeskundigen en zelfs een futuroloog. Dit wordt mede ingegeven door de ideeën van nu pas over 8 jaar worden gerealiseerd. De uitbraak van corona betekent dat nieuwe vragen gesteld worden.

Reden voor optimisme

Dat het stedelijk gebied anders wordt ingericht, bekijkt Van Berkel met optimistische blik. Ook in het verleden golden grote pandemieën als de basis voor veranderende architectuur en stedenbouw. Cholera stond aan de basis van het sanitaire systeem. Ook nu zal een dergelijke ontwikkeling gaan plaatsvinden. Met dat verschil dat er nu een grote rol voor technologie zal zijn. Preventie en een nieuwe infrastructuur liggen binnen handbereik.

Op zoek naar balans

De idealistische kijk op stedelijk gebied komt voort uit de vragen die de huidige pandemie oproept. Hoe verhouden mensen zich tot de natuur? Moeten mensen verder uit elkaar? Is er een nieuwe balans nodig? Ook in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw werd naar balans gezocht. Destijds ging het om zitkuilen en woonerven. Van Berkel verwacht na de crisis meer slimme en duurzame gebouwen en een verbeterde werkomgeving.

Stedelijk gebied ziet er anders uit na corona

Voorbeeld in Helmond

Het voorbeeld staat er al. Dat ontwierp Van Berkel al in Helmond. Daar werd het Brainport Smart District neergezet. Een slimme woonwijk, 1500 woningen groot, waar ruimte was voor nieuwe vormen van vervoer, gezondheidszorg, energieopwekking en andere technologieën. Rond de honderd woningen gelden als een proef. De data die hieruit voortkomt zal veel waarde vertegenwoordigen.

Zichtbaarheid nieuwe technologie

De voordelen van de nieuwe technologie zijn er al te zien. Door kennis uit de data is het nu mogelijk om schone energie op te wekken en water te hergebruiken. De bewoners verbouwen zelf groente en delen auto’s. De ouderen kunnen langer zelfstandig wonen door betere sociale controle. Data kan ook een virus beter bestrijden. Eerder meten, bijvoorbeeld in het rioolwater, biedt daarin veel mogelijkheden. In Helmond wordt nu onderzocht hoe dit gedeeld kan worden, zonder de privacy te schenden.

Dichter bij huis eten

Een maaltijd doet er nu 2100 kilometer over om op het juiste bord terecht te komen. Dit zal in de toekomst veranderen, verwacht Van Berkel. In steden kan tot 60 procent in de omgeving verbouwd worden. Door zelfvoorzienende wijken te ontwikkelen en nieuwe wegen te zoeken is al snel veel te bereiken.

Dichtbij elkaar blijven

De vraag of verdichting van de steden de uitbraak van het coronavirus heeft versterkt, wijst hij van de hand. Zo kwam het virus bijvoorbeeld mee uit de Alpen, waar wintersporters actief waren. Dat neemt niet weg dat dicht op elkaar wonen mogelijk ook op andere manieren kan. Zo moeten de mensen in cruciale beroepen dichter bij de werkplek kunnen zijn. Dit is onder andere onderzocht in Amsterdam. Smallere wegen biedt ruimte voor 7.000 woningen. Mensen kunnen dan weer dichterbij wonen.

Andere manieren van reizen

Ook hoopt Van Berkel op een andere manier van reizen. Met meer structuur en beter gericht op het doel. Daarnaast moet dit veiliger kunnen. Zo zijn nieuwe uitbraken van virussen in kans te verkleinen. Zo hoeven reizigers ook geen angst voor besmetting te hebben tijdens hun reis.

Bron: Het Financieele Dagblad