Rijk neemt regie over fysieke inrichting van Nederland

11 mei 2020

De fysieke inrichting van Nederland zal meer en meer een taak van het Rijk worden. Dat blijkt uit de uitgestelde aanvullingsbrief op de Nationale Omgevingsvisie. Hoe zal dit uitpakken voor uitdagingen zoals woningbouw, bereikbaarheid en duurzaamheid?

Het maken van fundamentele keuzes

Hoe de fysieke inrichting van het land vormgegeven wordt, hangt af van enkele fundamentele keuzes. Nieuwe locaties voor wonen en werken moet gekoppeld worden aan infrastructuur zoals het openbaar vervoer. Door de schaarse ruimte is niet alles mogelijk. Slim combineren van de functies is van groot belang.

Tempo in de woningbouw

De woningbouw heeft de meeste urgentie. Het woningtekort moet opgelost worden. De deadline is dan ook van 2040 naar 2035 opgeschoven. Dit komt onder andere door de door het CBS voorspelde snellere bevolkingsgroei. Dit heeft zijn weerslag op de vraag naar woningen. Tussen nu en 2030 moet er per 7 bestaande huizen 1 nieuw huis bij. In sommige delen van het land zelfs 1 op 5.

Belangrijkste bouwgebieden

Het is op veel plekken in het land nodig om te bouwen. Een aantal gebieden hebben de grootste urgentie. Denk aan de Randstad, Amersfoort, Arnhem-Nijmegen, de Brabantse Stedenrij en Zwolle. Maar ook buiten deze gebieden is ontwikkeling van belang. Er zijn locaties nodig voor 1,3 miljoen woningen, zo’n 90.000 per jaar.

Regionale strategieën

De fysieke inrichting op regionaal niveau verschilt. In gebieden waar de bouwopgave het grootst is, wordt met andere overheden samengewerkt voor verstedelijkingsstrategieën en woondeals. Dit moet nog voor het einde van 2020 voltooid zijn. Plancapaciteit, snelheid van bouwen en de keuze voor locaties zijn hierin belangrijk, maar ook de infrastructuur en voorzieningen tellen mee.

Rijk neemt regie over fysieke inrichting van Nederland

Binnen en buiten de stad

In samenspraak met de regio’s wordt bekeken of woningbouw binnen de stad mogelijk is. Tegelijkertijd wordt naar de opties aan de randen van de steden gekeken en worden buurgemeenten erbij betrokken. Het is opvallend dat deze opties naast elkaar worden bekeken. Dit is noodzakelijk om het tempo hoog te houden.

Blij met het realisme

Experts zijn blij dat het Rijk nu meer van realisme uitgaat voor de fysieke inrichting. Het is noodzakelijk om niet langer alleen maar binnenstedelijk naar bouwlocaties te kijken. Mobiliteit, energietransitie, het groen en klimaatadaptie zijn belangrijk. Dat de overheid ook investeert in woningbouw, voorzieningen en infrastructuur is een motor voor de gehele ontwikkeling.

Landelijke aanpak met regionale accenten

Positieve geluiden zijn te horen over de landelijke aanpak van het stedelijke netwerk die het Rijk nu nastreeft. Dit biedt op regionaal niveau de ruimte om zaken als energietransitie en kwaliteit van het landschap aan te pakken.

Keuze van bouwlocaties

Als het gaat om de fysieke inrichting, dan zijn de bouwlocaties daarin van groot belang. Het is dan ook volgens de experts nog wel een punt van aandacht dat in de brief geen grote woningbouwlocaties zijn aangewezen. Wel lijkt het erop dat er op korte termijn knopen worden doorgehakt om het woningtekort in te lopen.

Regionale investeringsagenda

De fysieke inrichting zal per regio verschillen. Daarom is het overleg met de provincies en gemeentes ook gekoppeld aan het idee om een regionale investeringsagenda op te stellen. Zo wordt concreet bekeken welke locaties worden ontwikkeld en welke functies op deze locaties nodig zijn. Eerst regionaal bekijken wat nodig is en daar dan het Rijk in laten mee investeren. Dit werkt het best.

Nieuwe rol voor het Rijk

De plannen vragen om een nieuwe rol van het Rijk. De fysieke inrichting ten tijde van vinex werd bijvoorbeeld grotendeels top-down uitgezet. Dat zal nu anders zijn omdat de regio’s meer het initiatief kunnen nemen. Zij krijgen meer verantwoordelijkheid. Dit helpt ook om met meer realisme te plannen.

Bron: Stadszaken