Overheid nam te laat maatregelen om het woningtekort aan te pakken

15 februari 2021

Het tekort aan betaalbare woningen in Nederland is onverminderd groot. Er is vooral veel behoefte aan betaalbare koopwoningen voor starters en aan huizen met een middenhuur tussen de 750 en 1000 euro per maand. De doelstelling van het kabinet was om jaarlijks 75.000 woningen te bouwen. Het gaat dan om nieuwbouw, en dus niet om transformatie van kantoren en winkelpanden. Die doelstelling is de afgelopen jaren niet gehaald. In 2020 werden 69.300 nieuwe huizen gebouwd. In dat jaar werd vergunning verleend voor 64.000 woningen. Het kabinet is demissionair, in maart 2021 zijn de Tweede Kamerverkiezingen. De conclusie moet dus zijn dat de doelstelling van het kabinet niet wordt gehaald.

Beleggers zitten koopstarters dwars

Starters op de woningmarkt hebben het lastig. Er is voor deze groep al een tekort aan betaalbare woningen. Deze worden dan ook nog eens vaak gekocht door beleggers die ze vervolgens verhuren. Vanwege strengere regels voor de verstrekking van hypotheken is het voor starters bijna onmogelijk geworden om nog een huis te kopen. In 2015 werden nog 10.000 woningen verkocht aan starters. Een viertal jaar was dat aantal teruggelopen naar slechts 3.000. In de 4 grote steden wordt een kwart van de woningen die door de eigenaar wordt verkocht, gekocht door een particuliere belegger die er vervolgens een huurwoning van maakt. Lage rente en de mogelijkheid een hoge huurprijs te vragen maken beleggen in vastgoed een zeer lucratieve investering.

Overheid nam te laat maatregelen om het woningtekort aan te pakken

Kabinet heeft te traag gereageerd

Veel deskundigen zijn van mening dat het kabinet veel te traag heeft gereageerd op de ontwikkelingen van de woningmarkt. Dat er een tekort aan betaalbare woningen was en dat dit probleem alleen maar groter werd, had de regering veel eerder moeten onderkennen. Pas in de begroting voor 2020 kwam het kabinet met maatregelen die zoden aan de dijk zetten, zoals de Wongmarktimpuls, waarmee gemeenten een deel van de kosten voor nieuwbouw voor hun rekening kunnen nemen.

Ook de korting op de verhuurdersheffing voor corporaties moet meer mogelijkheden bieden om te gaan bouwen. Gemeenten krijgen geld om de leefbaarheid in kwetsbare wijken te verbeteren en mensen tot 35 jaar betalen geen overdrachtsbelasting meer als ze voor het eerst een huis kopen. Voor verantwoordelijk minister Kasja Ollongren betekent dit dat zij de hopelijk positieve effecten van dit beleid niet meer in de huidige kabinetsperiode gaat meemaken. Had de regering eerder actie ondernomen dan had de woningmarkt er anno 2021 wellicht een stuk rooskleuriger voor gestaan.

Bron: Het Financieele Dagblad