Nog eens 6% waardedaling voor koopwoningen in 2023

6 februari 2023

Volgens ABN-AMRO, de grootste hypotheekverstrekker in Nederland, dalen de huizenprijzen in 2023 verder. De bank voorziet een daling die kan oplopen tot 10% in de loop van 2024. De oorzaak is duidelijk: De opgelopen hypotheekrente. Ook de economische situatie in Nederland stemt niet tot optimisme. NVM, de vereniging van makelaars, maakte al bekend dat de huizenprijzen in de laatste 3 maanden van 2022 met gemiddeld 6% waren gezakt.

Scherpe prijscorrectie

De ‘scherpe prijscorrectie’ waar ABN-AMRO van spreekt voorziet in een prijsdaling van nog eens 6% in 2023. In het jaar daarop zullen de huizenprijzen volgens de nu gehanteerde prognose met nog eens 4% dalen. De bank verwacht dat de hypotheekrente voorlopig niet zal dalen. De inkomens stijgen niet hard genoeg om het huizenkopers mogelijk te maken om hoge huizenprijzen te betalen. Een andere factor die een rol speelt bij dalende huizenprijzen is de gestegen verkoop door beleggers. Als gevolg van fiscale maatregelen door het kabinet wordt beleggen in vastgoed minder interessant. Daarom doen beleggers meer vastgoed van de hand dan voorheen.

Nog eens 6% waardedaling voor koopwoningen in 2023

Minder huizenverkopen in 2023

Er wordt door deskundigen rekening gehouden met een dalend aantal verkochte woningen. Die daling wordt voor 2023 geschat op 5%. Voor 2024 wordt rekening gehouden met een daling van nog eens 2,5%. Deze daling houdt onder meer ook verband met het feit dat er minder nieuwe woningen worden gebouwd. Uit onderzoek door TNO blijkt dat het door het kabinet gewenste aantal van 100.000 woningen per jaar niet wordt gehaald. Zij die hun huis willen verkopen merken dat er minder belangstelling is. Kopers zijn kritisch, onder andere over de staat van de woning en de fundering en over het energieverbruik. Steeds meer mensen die een nieuw huis willen kopen zetten eerst hun huidige woning in de verkoop. De beslissing over aankoop van een nieuw huis wordt uitgesteld tot het oude huis is verkocht.

Bron: Het Financieele Dagblad