Nederland krijgt steeds meer innovatiedistricten

16 januari 2023

Het innovatiedistrict heeft zich nu ook in Nederland gevestigd. Net zoals de campussen is ook dit fenomeen overgewaaid uit de Verenigde Staten. Campussen zijn er al enige jaren in Nederland. De bekendste is de High Tech Campus in Eindhoven. Een innovatiedistrict is feitelijk niet veel meer dan een nieuwbouwwijk waar nieuwe technologieën worden uitgeprobeerd, zoals maatregelen om het klimaat te sparen. Daarnaast kenmerken deze districten zich door een duidelijke samenhang tussen wonen, werken en ontspannen.

Innovatiedistrict in Den Haag

In Den Haag zijn ook plannen voor een innovatiedistrict. D66-wethouder Robert van Asten heeft er alle vertrouwen in dat het een succes gaat worden. De nieuwe wijk moet verrijzen tussen de treinstations Den Haag Hollands Spoor, Den Haag Laan van NOI en Den Haag CS. Hier ligt een terrein van 375 ha dat moet transformeren tot een moderne wijk. Het is de bedoeling dat er vooral woontorens komen die als het project is afgerond ruimte bieden aan zo’n 35.000 inwoners. De locatie heeft de naam Central Innovation District gekregen. De gemeente Den Haag ziet grote kansen voor nieuwe innovaties, door de bewoners zelf gecreëerd. Den Haag kampt met een wat stoffig imago. Het is een ‘ambtenarenstad’ omdat er nu eenmaal voornamelijk overheidsinstellingen zijn gevestigd zoals ministeries. Dat zet een rem op de economische ontwikkeling van Den Haag. Daar wil het gemeentebestuur met dit project iets aan doen.

Nederland krijgt steeds meer innovatiedistricten

Innovatieve bedrijven lokken

Wethouder Van Asten, zijn portefeuille is Stadsontwikkeling, hoopt dat meer innovatieve bedrijven zich in Den Haag willen vestigen. Er is al de The Hague Security Delta in de buurt van het treinstation Laan van NOI. Ook de hoofdkantoren van PostNL en T-Mobile Nederland zijn in de Hofstad gevestigd. Maar er kan nog wel meer bij, aldus de wethouder. Innovatiedistricten onderscheiden zich van campussen doordat ze vaak midden in de stad liggen en goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Daar waar een campus zich meestal richt op één thema, zoals techniek, is dat bij een innovatiedistrict doorgaans niet het geval.

Een aantrekkelijke omgeving

Bedrijven aantrekken om een innovatiedistrict vorm te geven is niet genoeg om er een succes van te maken. Er moeten ook nog mensen willen wonen. De jongere generatie heeft op dat vlak best wat wensen. Sport en ontspanning op loopafstand, goede aansluiting op het openbaar vervoer. Goede scholen voor de kinderen. De term Central Innovation District is overigens een ‘werktitel’ volgens wethouder Van Asten. Er zijn niet veel Hagenaars voor wie het ‘lekker bekt’. Dus wellicht komt er nog een betere naam voor het gebied. De infrastructuur werkt ook niet echt mee vanwege de meerdere spoorlijnen die door het gebied lopen. De maquette van de plannen die te bekijken is in het stadhuis van Den Haag laat zien dat het nog niet zo eenvoudig zal zijn om je snel te verplaatsen op de fiets of te voet, zoals de wethouder graag wil. Maar volgens hem omvatten de plannen ook grondige herstructurering. Die richt zich op een autoluwe wijk.

Marketing speelt vaak een te grote rol

Deskundigen hebben vaak hun twijfels bij de term innovatiedistrict. Het gaat vaak om een gebied waar lukraak een etiket op wordt geplakt. Het gebied rond een treinstation is niet per definitie een innovatiedistrict, dat moet je er dan van willen maken. Of dat lukt, hangt af van veel factoren. In Nederland zijn meerdere gebieden aangewezen als campus, innovatiegebied of vergelijkbare termen. Of ze uiteindelijk hun doel gaan behalen, blijft koffiedik kijken.

Bron: Het Financieele Dagblad