Kabinet moet lef tonen om de stijgende huizenprijzen een halt toe te roepen

16 september 2021

De roep om ingrijpen door het kabinet vanwege de stijgende huizenprijzen wordt groter. Vooral starters en alleenstaande of stellen met maar 1 inkomen kunnen vrijwel nergens een huis kopen. Als het kabinet wil ingrijpen op de huizenmarkt dan zijn daar verschillende mogelijkheden voor. Omdat het kabinet momenteel demissionair is, is de kans groot dat dergelijke maatregelen worden doorgeschoven naar de nieuwe regering. Die zal dan lef moeten tonen of een flink bedrag beschikbaar stellen om de problemen met de woningnood in Nederland het hoofd te bieden.

Er lijkt geen eind te komen aan de prijsstijgingen

Een huis kost gemiddeld al meer dan 4 ton. Daar komt bij dat overbieden de enige manier lijkt om nog kans te maken op een huis waardoor de uiteindelijke prijs nog hoger uitvalt, soms zelfs wel 100.000 euro of meer boven de vraagprijs. Dit betekent dat een koophuis voor een steeds kleinere groep bereikbaar is. Het kabinet kan verschillende maatregelen nemen om de druk op de woningmarkt enigszins te verlichten. Deze ingrepen zijn niet allemaal pijnloos voor bepaalde groepen. We zetten ze hieronder op een rij.

1. Belast de overwaarde op huizen

De verschillen tussen mensen met een koophuis en zonder eigen woning kunnen worden verkleind door en belasting te heffen op de overwaarde. Nu kunnen huizenbezitters fors overbieden op een nieuwe woning waardoor starters geen kans maken. Er zijn tot nu toe geen politieke partijen die dit plan omarmen.

2. Bouwen, bouwen, bouwen

Het lijkt wel hét mantra voor veel politieke partijen. Er moeten meer woningen komen om het tekort aan huizen te verlichten. Daardoor zal er ook een eind komen aan de stijgende huizenprijzen. Het kabinet moet de regie weer in handen nemen en daarom pleiten verschillende partijen, waaronder D66 en het CDA voor de terugkeer van een ministerie dat zich specifiek op woningbouw richt. Nu ligt die taak bij de minister van Binnenlandse Zaken. Ook is hiervoor veel geld nodig, de schatting komt uit op minimaal 13 mld euro.

3. De ‘jubelton’ moet worden afgeschaft

Vermogende ouders kunnen nu hun kinderen eenmalig een bedrag van 100.000 euro belastingvrij schenken om een huis te kopen. De maatregel was bedoeld om starters met een lagere hypotheek te belasten. De praktijk is echter dat ze een duurder huis kopen. Daar komt bij dat rijke ouders dit wel voor hun kinderen kunnen doen en minder vermogende niet. Dit bevordert de ongelijkheid in de maatschappij.

Kabinet moet lef tonen of de portemonnee trekken om de stijgende huizenprijzen een halt toe te roepen

4. Beperk het kopen van huizen door beleggers

Beleggers kochten de afgelopen jaren maar liefst een kwart van de woningen in de 4 grote steden die te koop werden aangeboden. Een voorstel om gemeenten de mogelijkheid te geven om beleggers uit bepaalde wijken te weren is al aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. De overdrachtsbelasting is voor beleggers verhoogd. Sommige partijen willen nog verder gaan, bijvoorbeeld door het verder reguleren van de prijzen in de vrije huursector. Dit stuit echter op weerstand van deskundigen die vrezen dat dit leidt tot nog grotere problemen.

5. Het H-woord

De discussie over de hypotheekrenteaftrek loopt al jaren. De aftrek was ooit bedoeld om het eigen woningbezit te stimuleren. Maar het leidt nu al jaren tot stijging van de huizenprijzen omdat mensen dankzij deze aftrek immers meer kunnen lenen. Een optie kan zijn om het eigenwoningforfait te laten stijgen of de woning en de hypotheek te verplaatsen van box 1 naar box 3. De politiek is het hier echter nog niet over eens. Het is dus aan het nieuwe kabinet om hier opnieuw naar te kijken.

Bron: Het Financieele Dagblad