Hugo de Jonge: ‘We hebben in Nederland meer ruimte voor koeien dan voor mensen’

24 oktober 2023

Minister Hugo de Jonge erkent de dringende behoefte aan uitgebreide woningbouw en stelt nieuwe beleidsmaatregelen voor om dit te realiseren.

Richting een Vinex-aanpak na 2030Rijksbouwmeester geen nieuwe Vinex wijken maar bouwen binnen het stedelijk gebied

In reactie op de toenemende vraag naar woningen wil de minister nieuwe Vinex-locaties in de noordelijke, oostelijke en zuidelijke regio’s om de bouw na 2030 te stimuleren. Hij benadrukt ook de noodzaak om ‘straten’ in elke stad en elk dorp toe te voegen als een tijdelijke oplossing om de bouw te versnellen.

Toekomstplanning en de Nota Ruimte

De minister erkent dat de huidige woningbouwopgave enorm is en dat er een geïntegreerde aanpak nodig is. Hij pleit voor een toekomstgerichte planning, met speciale aandacht voor de periode na 2030, die zal worden opgenomen in de Nota Ruimte, die volgend jaar wordt vastgesteld. Naast de eerder vastgestelde grootschalige bouwprojecten (de “Novex-locaties”) wil de minister nieuwe grote bouwlocaties aanwijzen die vanaf 2031 kunnen beginnen.

Vinex-locaties: een blauwdruk voor groei

De Vinex-locaties bieden voordelen, omdat ze het Rijk in staat stellen om de locaties van nieuwe groeiregio’s te bepalen. De minister ziet deze regio’s met name in het noorden, oosten en zuiden van Nederland. Hij merkt op dat dit soms moeilijke keuzes met zich mee zal brengen.

Kortetermijnoplossingen voor woningbouw

Op korte termijn stelt de minister een studie voor waaruit blijkt dat het toevoegen van een “straatje” in de meeste steden en dorpen ongeveer 200.000 extra woningen kan opleveren. Deze benadering, met ongeveer 30 tot 50 extra woningen per plaats, onderstreept het belang van stedelijke ontwikkeling. De minister benadrukt echter dat bouwen buiten stedelijke gebieden ook noodzakelijk is om aan de vraag te voldoen.

Belang van uitbreiding aan de randen van dorpen

De minister waarschuwt dat als er niet wordt gebouwd aan de randen van steden en dorpen, deze gebieden “op slot gaan en veranderen in musea”. Hij benadrukt dat “een straatje erbij” in sommige gevallen nodig is om de gemeenschap in stand te houden en nieuwe generaties te huisvesten.

Balans tussen bouwen en natuurbehoud

De Jonge benadrukt dat bouwen aan de randen van steden en dorpen niet ten koste hoeft te gaan van de natuur. Als dit op een verstandige manier wordt aangepakt, kan het de natuurwaarde versterken, wat positief is voor biodiversiteit.

Ruimte voor mensen en dieren

De minister benadrukt dat er in Nederland meer ruimte is voor koeien dan voor mensen. Hij stelt voor om te zoeken naar geschikte locaties waar momenteel nog veehouderijen zijn gevestigd. Dit biedt een kans om te bouwen zonder natuurbehoud op te offeren.

Bron: cobouw.nl