Versoepelde subsidie moet bouw van flexwoningen nieuw leven inblazen

10 februari 2025

Het kabinet wil jaarlijks 15000 flexwoningen laten bouwenMinister Mona Keijzer heeft besloten om de subsidie voor flexwoningen drastisch te versoepelen. Met deze aanpassingen hoopt ze gemeenten over de streep te trekken om tijdelijke woningen te realiseren en zo het woningtekort aan te pakken. De oorspronkelijke regeling leverde nauwelijks resultaat op, maar daar moet met de nieuwe voorwaarden verandering in komen.

Subsidie voor flexwoningen aangepast na kritiek

De Meerjarige stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen (SFT) werd maandag opnieuw gepresenteerd. De grootste veranderingen zijn dat de voorwaarden voor gemeenten zijn versoepeld en het subsidiebedrag per woning flink is verhoogd. Met een budget van 78 miljoen euro beschikbaar, kunnen gemeenten aanvragen indienen totdat de subsidiepot leeg is.

Flexwoningen – verplaatsbare, tijdelijke woningen die snel geplaatst kunnen worden – zijn bedoeld om voor een periode van tien tot vijftien jaar te staan. Daarna kunnen ze naar een andere locatie worden verplaatst. Ook het ombouwen van leegstaande panden naar woningen valt onder de regeling.

Onrendabele top blijft een struikelblok

Het realiseren van flexwoningen blijft een kostbare aangelegenheid. De onrendabele top per woning wordt door woningcorporatiekoepel Aedes geschat op zo’n 38.000 euro. Dat maakt het voor veel gemeenten lastig om deze woningen rendabel te exploiteren binnen de beperkte huurperiode.

Hoewel de oorspronkelijke regeling uit 2022 enigszins ondersteuning bood, vonden gemeenten dat de voorwaarden nog te veel beperkingen met zich meebrachten. Het resultaat was teleurstellend: van de 74 miljoen euro aan beschikbare subsidie bleef maar liefst 59 miljoen euro ongebruikt.

Gemeenten haken af door ongunstige voorwaarden

Uit een rondgang van het ministerie van Volkshuisvesting bleek dat zo’n veertig gemeenten plannen hadden voor flexwoningen, maar deze niet hebben ingediend. De belangrijkste kritiekpunten waren het lage subsidiebedrag en te strenge deadlines. Gemeenten moesten woningen binnen twaalf maanden na toekenning van de subsidie hebben opgeleverd, wat in de praktijk vaak onhaalbaar bleek.

Keijzer kondigde daarom in de zomer van 2024 aan dat de regeling aangepast zou worden. Toch vonden betrokkenen het voorstel dat in december werd gepresenteerd nog onvoldoende.

Hoger subsidiebedrag en ruimere termijn

De druk vanuit de sector heeft zijn vruchten afgeworpen. De subsidie per woning gaat nu direct omhoog naar 14.000 euro, in plaats van de eerder voorgestelde 8.500 euro. Daarnaast krijgen gemeenten meer tijd om hun projecten op te starten. De nieuwe eis is dat ze binnen achttien maanden na toekenning van de subsidie moeten beginnen met de bouw, in plaats van de eerdere twaalf maanden.

Ook is de subsidieplafond van 5 miljoen euro per gemeente geschrapt. Verder worden nieuwe woningen die aan bestaande wooncomplexen worden toegevoegd – bijvoorbeeld door een extra verdieping te plaatsen – voortaan ook ondersteund door de regeling. Volgens Keijzer biedt dit laatste ‘groot potentieel’ om de woningvoorraad sneller te vergroten.

Met deze versoepelingen is het nu aan de gemeenten om alsnog aan de slag te gaan met flexwoningen. Of deze aanpassingen voldoende zijn om het succes van de regeling te garanderen, zal de komende maanden moeten blijken.

Bron: cobouw.nl