Slimme energiemeters geven netbeheerders kopzorgen

3 oktober 2022

Ruim 9 miljoen woningen in Nederland hebben inmiddels een slimme energiemeter. Deze geeft automatisch de meterstanden door aan de energieleverancier zodat de bewoner dat niet meer zelf hoeft te doen. Maar de meters kampen regelmatig met storingen. Zo’n 4% van deze meters kan daarom regelmatig niet goed worden uitgelezen. Hierdoor kunnen de energiebedrijven hun klanten geen betrouwbaar advies geven over hun energieverbruik. Eneco, één van de grootste energieleveranciers in Nederland, heeft daarom aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM) gevraagd om maatregelen te nemen.

Dagelijks verbruik bijhouden

Het idee van de slimme meter is dat het huishouden dagelijks het gebruik van gas en stroom kan bijhouden. Dat kan in een app of op de website van de beheerder. De meters worden niet door de energiemaatschappijen geplaatst maar door de beheerders van het netwerk, zoals Stedin, Enexis en Liander. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het onderhoud aan de slimme meters. Ook de brancheorganisatie Netbeheer Nederland is niet te spreken over de vele storingen waarbij soms in hele gebieden geen informatie van de meters kan worden uitgelezen. De ACM geeft aan nu nog niet te kunnen ingrijpen. Er zijn geen wettelijke normen waar de slimme meter aan moet voldoen. Zodra de nieuwe Energiewet is aangenomen komt daar waarschijnlijk verandering in, zo verwacht de toezichthouder.

Slimme energiemeters geven netbeheerders kopzorgen

Stedin start met vervangen

Volgens netbeheerder Stedin is een deel van de door hen geplaatste slimme meters aan zijn technische levensduur en wordt om die reden vervangen. In 2022 verwacht de netbeheerder hieraan zo’n 22 miljoen euro uit te geven. Ook Liander is al begonnen met het vervangen van de oudste meters bij hun klanten. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat wil de frequentie die de netbeheerders nu gebruiken om hun meters uit te lezen, voorlopig niet veilen. Dit zou tot te veel maatschappelijke problemen kunnen leiden. Eerder was het de bedoeling dat de frequentie in 2024 zou worden geveild. Dit leidde tot een rechtszaak van netbeheerders Liander en Stedin. Zij claimden dat de kosten konden oplopen tot 1 miljard euro en dat dit niet te verantwoorden was. De rechter stelde het ministerie toen echter in het gelijk.

Bron: Het Financieele Dagblad