De hoge woningprijzen en de crisis op de woningmarkt hebben verschillende oorzaken

7 oktober 2021

Vastgoedbeleggers die huizen ‘wegkapen’ voor de neus van starters krijgen de schuld van de crisis op de woningmarkt. Maar er zijn deskundigen die zich afvragen of die redenering wel juist is. Natuurlijk bieden beleggers op woningen die te koop worden aangeboden, maar ze hebben altijd een bovengrens. De kans dat ze worden overboden door mensen die het huis per se willen hebben is vrij groot. Als een huis voor 3 ton wordt aangeboden en uiteindelijk voor meer dan 4 ton wordt verkocht dan zijn de meeste beleggers in vastgoed allang afgehaakt. Zij hebben immers altijd een winstoogmerk voor ogen. Die winst komt in het geding als ze voor een woning veel meer moeten betalen dan dat het huis waard is.

Banken dwarsbomen huizenkopers

De vastgoedbeleggers zijn niet de schuld van de torenhoge prijzen van koophuizen. De prijzen worden opgedreven door maatregelen van de overheid, zoals de wijziging van de overdrachtsbelasting. Nu starters die niet meer hoeven te betalen gaan de prijzen omhoog. Dat beleggers nu 8 in plaats van 5% moeten betalen, daar zullen de meesten niet om malen. Ze verrekenen die extra kosten gewoon in de huurprijs. Waar ligt de schuld dan? Velen zullen het niet zo snel beseffen, maar die ligt voor een groot deel bij de banken. De meeste woningen worden gekocht met een hypotheek. En die lening wil een bank lang niet altijd aangaan. Zzp’ers zijn bijvoorbeeld vaak de klos. Ze zijn al jaren werkzaam als zelfstandige, betalen zonder problemen een huur van dik boven de 1.000 euro per maand. Maar een huis kopen met een hypotheek van 850 euro gaat niet, want de bank durft het niet aan om ze een hypotheek te verstrekken.

De hoge woningprijzen en de crisis op de woningmarkt zijn niet alleen de schuld van de beleggers

Financiering op de taxatiewaarde

Het grootste probleem voor starters is dat zij alleen de taxatiewaarde kunnen financieren. Als ze moeten overbieden omdat er zoveel concurrentie is, dan moet er dus eigen geld aan te pas komen om het huis te kunnen kopen. Dat eigen geld is er vaak niet. Geld voor een verbouwing is er ook niet. Dus een ‘kluswoning’ kan een starter ook niet kopen, de taxatiewaarde is immers laag vanwege achterstallig onderhoud. En dan komen dus de vastgoedbeleggers om de hoek die het geld wel hebben om een huis op te knappen of om te kunnen overbieden. Daarnaast worden vraagtekens gezet bij de ‘zorgplicht’ van de banken. Daar wordt nu mee geschermd: banken financieren tot 100% van de taxatiewaarde om te voorkomen dat kopers in de problemen komen. Maar toen woningen tijdens de crisis van 2008 ‘onder water’ stonden werden deze woningen executoriaal verkocht als de eigenaar niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen. Beleggers die zo’n huis kochten moesten dan een deel van de restschuld betalen. De banken hadden beter de huiseigenaren met een regeling kunnen bijstaan, maar daar kozen ze vrijwel nooit voor.

Dubieuze rol van gemeenten

Ook gemeenten gaan niet vrijuit als het om het belemmeren van starters op de woningmarkt gaat. Zij verkopen panden aan de hoogste bieder, meestal een vastgoedbelegger. Maar ze kunnen er natuurlijk ook voor kiezen om in eigen beheer een school, kerk of ander pand dat niet meer wordt gebruikt om te laten bouwen tot woningen voor starters of senioren. Vervolgens kunnen ze die woningen verkopen of in eigen beheer houden en verhuren.

Pak de rol van de banken aan

Ebru Umar, vastgoedadviseur en journalist, is er duidelijk in: De rol van de banken en ook die van gemeenten moet worden aangepakt. Zolang gemeenten hun overtollige vastgoed aan de hoogste bieder verkopen en banken geen hypotheken verstrekken aan groepen die deze het hardst nodig hebben, wordt de woningcrisis niet opgelost. Dan zullen zzp’ers blijven zitten in veel te dure huurwoningen en kunnen starters geen huis kopen omdat ze veel minder kunnen lenen dan ze feitelijk kunnen betalen.

Bron: NRC Next