Hoe realistisch zijn de plannen voor de woningbouw van de politieke partijen?

17 november 2020

De politieke partijen presenteren in november 2020 stuk voor stuk hun verkiezingsprogramma. Hierin komt uiteraard ook een woonparagraaf voor. Het CPB past een doorrekening van het woningbeleid toe om te bekijken hoe realistisch de plannen zijn en of ze wel of niet financieel haalbaar zijn. Daarnaast kijkt het CPB naar de gevolgen voor de werkgelegenheid, de koopkracht van de bevolking en de algehele economische groei. Dat in de programma’s vooral de woningmarkt veel aandacht krijgt is niet vreemd. Het tekort aan betaalbare woningen is een  groeiend probleem waar de partijen stuk voor stuk oplossingen voor proberen te bedenken.

De controverse over de verhuurdersheffing

Toen het toenmalige kabinet in 2013 de verhuurdersheffing invoerde, werd ervan uitgegaan dat de corporaties de huren fors zouden verhogen om deze heffing te compenseren. De huurprijzen zouden daardoor meer marktconform worden en de corporaties hadden genoeg geld voor nieuwbouw en voor het renoveren van woningen om ze te verduurzamen. Maar dat pakte anders uit. De verwachte huurstijging in de jaren die volgden met zo’n 20% bleef uit en bleek ook niet haalbaar. Daarom pleiten partijen nu voor de afschaffing van de verhuurdersheffing.

Hoe realistisch zijn de plannen voor de woningbouw van de politieke partijen

Daling van het woningaandeel van corporaties

Uit de doorrekening van het woningbeleid van de partijen blijkt dat de verhuurderheffing een negatieve invloed heeft en ook in de toekomst zal hebben op het aandeel van het aantal woningen dat corporaties in bezit hebben. De nieuwbouw blijft achter, omdat het simpelweg aan financiële middelen ontbreekt om aan de groeiende vraag naar nieuwe woningen te voldoen. Om de effecten van bepaalde maatregelen goed te kunnen doorrekenen moet het woningmarktmodel dat het CPB nu toepast worden aangepast.

Woningmarktmodel CPB moet op de schop

Om de woningmarkt vlot te trekken moet het Rijk een belangrijkere rol gaan spelen. Er moet meer geld beschikbaar worden gesteld in de vorm van subsidies en het beschikbaar stellen van bouwlocaties. Daarin voorziet het huidige woningmarktmodel van het CPB echter niet. Daarom kan een goede doorrekening van het woningbeleid in de verkiezingsprogramma’s nu niet zuiver worden uitgevoerd. Het model voorziet in duidelijk inzicht in de vraag naar woningen nu en in de toekomst. Waar het model tekortschiet is de ontwikkeling van met name het aanbod aan woningen. Daardoor is dit model beperkt bruikbaar. Het zal echter naar verwachting nog geruime tijd duren voordat het CPB met een nieuw woningmarktmodel komt.

Bron: Het Financieele Dagblad