Advies: versober hypotheekrenteaftrek en maak tijdelijk huren weer mogelijk

Te veel eigenbelang, te weinig doorstroming

Het voelt als een oude discussie die steeds opnieuw oplaait: de hypotheekrenteaftrek. In een nieuw overheidsrapport luidt de boodschap dat het tijd wordt om deze fiscale regeling verder af te bouwen. Niet om huizenkopers te pesten, maar om huren weer een serieus alternatief te maken. De logica? Minder financiële voordelen voor kopers betekent een eerlijker speelveld, waardoor de woningmarkt beter kan functioneren.

Volgens ambtenaren van onder meer het ministerie van Binnenlandse Zaken en De Nederlandsche Bank stokt de doorstroming op de woningmarkt. Mensen blijven te lang zitten waar ze eigenlijk niet meer passen. En dat leidt tot lange wachtlijsten en torenhoge huren, vooral in de vrije sector.

Woningtekort én een gebrekkige verdeling

De problemen in de huursector zijn volgens de onderzoekers meerledig: er zijn simpelweg te weinig woningen, de bestaande voorraad is niet goed verdeeld en het beleid is te complex. Vooral het spanningsveld tussen betaalbaarheid en investeringsbereidheid werkt verlammend. Maatregelen om de huurprijzen te verlagen, zoals de nieuwe Wet betaalbare huur, zorgen er juist voor dat beleggers afhaken. En dat is niet goed nieuws voor de nieuwbouwplannen.

De middenhuurmarkt is daarbij het grootste zorgenkind. Mensen met een modaal inkomen verdienen te veel voor een sociale huurwoning, maar komen vaak ook niet in aanmerking voor een koopwoning. Precies voor deze groep zou de woningvoorraad moeten groeien, stellen de ambtenaren.

Een tweede kans voor tijdelijke huurcontracten

Een opvallende aanbeveling in het rapport is het terugbrengen van tijdelijke huurcontracten. Sinds juli 2024 mogen die nog maar beperkt worden ingezet, bijvoorbeeld bij hospitaverhuur of op studentencampussen. Maar het volledig verbieden van tijdelijke contracten heeft de verhuurmarkt volgens de onderzoekers niet goed gedaan.

Daarom wordt voorgesteld om langere tijdelijke contracten van vijf tot zeven jaar opnieuw mogelijk te maken. Dat geeft huurders meer zekerheid dan de oude tweejaarvariant, maar maakt het voor verhuurders toch aantrekkelijk om woningen beschikbaar te stellen.

Nieuwe rol voor corporaties in de middenhuur

De echte oplossing ligt volgens het rapport nog steeds in bouwen, bouwen en nog eens bouwen. Maar aangezien dat jaren duurt, moeten er op korte termijn slimme tussenoplossingen komen. Zoals het uitbreiden van de mogelijkheden voor woningcorporaties om ook middenhuurwoningen te bouwen.

Nu mogen corporaties alleen met borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) geld lenen voor sociale huur. Maar door die borging ook toe te staan voor middenhuurprojecten, kunnen zij met lagere financieringskosten meer betaalbare woningen realiseren voor de groep die nu vaak tussen wal en schip valt.

Betere benutting van de bestaande woningvoorraad

Naast bouwen is er ook winst te halen uit de bestaande woningvoorraad. Veel mensen wonen relatief ruim, en daar liggen kansen. Bijvoorbeeld door woningsplitsing aantrekkelijker te maken of hospitaverhuur te versoepelen. Demissionair minister Mona Keijzer heeft hier al een voorzet voor gedaan, met plannen om het verhuren van een kamer in je eigen huis makkelijker te maken.

Het rapport geeft dus geen kant-en-klare oplossingen, maar wel duidelijke handvatten. En hoewel het huidige kabinet demissionair is, kunnen deze aanbevelingen de basis vormen voor het woningmarktbeleid van de toekomst.

Bron: fd.nl