Brutalisme is terug van weggeweest 

6 mei 2025

Een heropleving in beton

Grijs, hoekig en keihard. Wat ooit werd gezien als kille betonkolossen, keert nu terug als architectonische blikvanger. Brutalisme – de bouwstijl die zijn hoogtijdagen beleefde in de jaren vijftig – is ineens weer hip. Niet alleen in kunstzinnige films, series en games, maar ook in de échte wereld, van Californische hotels tot de Rotterdamse Blaak.

Waar de stijl ooit opkwam als praktische oplossing tijdens de wederopbouw, blijkt brutalisme anno nu ineens een esthetisch statement én een duurzaam alternatief. Opvallend genoeg is het vooral de jongere generatie die valt voor de uitgesproken, ruwe vormen.

Beton met een boodschap

Brutalisme draait niet alleen om beton, maar ook om idealen. De bouwstijl ontstond in tijden van woningnood en werd met name in Oost-Europa en Engeland geladen met socialistische waarden. Architectuur moest dienen voor de gemeenschap, niet voor de winst.

In Nederland was de toon minder ideologisch, maar niet minder uitgesproken. Denk aan universiteitsgebouwen en kantoorpanden met een monumentale uitstraling. Volgens architectuurliefhebber Martijn Haan, auteur van het boek BRUUT, is de esthetiek van brutalisme nu opnieuw relevant. En vooral: erg fotogeniek.

Fotogeniek en Instagram-waardig

Met zijn harde lijnen en dramatische volumes is brutalistische architectuur perfect Instagram-materiaal. Dat blijkt ook uit het succes van online gemeenschappen zoals The Brutalism Appreciation Society en uitverkochte boeken over het onderwerp. Zelfs op film maakt brutalisme een comeback, zoals in The Brutalist, een Oscarwinnende film waarin een architect zijn meesterwerk in beton realiseert.

De hernieuwde belangstelling wordt ook gevoed door nostalgie én urgentie: veel gebouwen uit die tijd staan op de nominatie om gesloopt te worden. En juist dat besef zorgt ervoor dat mensen opnieuw naar deze architectuur kijken – en het willen behouden.

Van sloop naar status

Een goed voorbeeld is het Blakeburg-pand aan de Blaak in Rotterdam. Ooit gepland voor sloop, nu trots herbestemd door projectontwikkelaars Ered en Flow Real Estate. De architecten van Ector Hoogstad – waar de oorspronkelijke ontwerper Jan Hoogstad ooit werkte – zijn ingeschakeld om het pand een tweede leven te geven. Daarmee groeit het bewustzijn dat ook naoorlogse gebouwen waardevol erfgoed kunnen zijn.

In 2013 werden al negentig wederopbouwgebouwen tot rijksmonument verklaard. Brutalistische gebouwen krijgen steeds vaker een beschermde status, en terecht. Niet alleen vanwege hun robuuste uitstraling, maar ook vanwege hun maatschappelijke betekenis in een tijd waarin bouwen nog vooral ‘voor de mens’ gebeurde.

Een nieuwe generatie valt voor het oude beton

De tentoonstelling Monuments of the Collective in Rotterdam toont brutalistische iconen uit voormalig Joegoslavië en trekt opvallend veel jong publiek. Volgens fotograaf Rob ’t Hart, initiatiefnemer van de expositie, spreekt de grootsheid van deze gebouwen vooral jongeren aan. Ze zien er iets puurs en eerlijks in – een tegenhanger van de gladgestreken projectontwikkeling van nu.

Ook in Nederland krijgt het brutalisme een tweede kans, bijvoorbeeld door verduurzaming en herbestemming. De Katreinetoren in Utrecht en het Amsterdamse Rivierstaete kregen een nieuwe schil, waarmee hun energieprestaties verbeterden zonder hun brutalistische ziel te verliezen.

Van verguisd naar geliefd

Architect Hugh Maaskant, bekend van de Euromast en het Groothandelsgebouw, werd lange tijd verguisd vanwege zijn ‘kille’ stijl. Nu wordt hij gewaardeerd om zijn durf en visie. Zijn brutalistische kantoorgebouw in Mijdrecht geldt als een schoolvoorbeeld: glamoureus, sculpturaal en met een onmiskenbare signatuur. Het staat er nog steeds – en krijgt meer bezoekers dan ooit.

Met sociale media als aanjager, en duurzaamheid als urgent thema, is brutalisme dus allesbehalve een stijl van het verleden. Het is erfgoed in betonvorm – en het verdient een tweede leven.

Bron: fd.nl