Ruzie om fors hogere kosten voor verbouwing Binnenhof

1 juli 2019

De staat van de gebouwen van de Eerste en Tweede Kamer is zorgwekkend. Het pand is ernstig verouderd en op sommige punten zelfs gevaarlijk. Niet afgewerkte muren worden met doeken gemaskeerd, kabels lopen langs muren en plafonds zonder bescherming. Dat er nog nooit grote ongelukken zijn gebeurd mag bijna een wonder heten. Het is de bedoeling dat de beide Kamers, de Raad van State en het Ministerie van Algemene Zaken vanaf volgend jaar voor 5 jaar elders worden gehuisvest. Veel zal er aan het uiterlijk niet veranderen, het zijn vooral werkzaamheden ‘achter de schermen’ die het pand hard nodig heeft.

Een sobere en doelmatige renovatie

De gebreken moeten worden aangepakt, dat is de wens van de Tweede Kamer. Voor de bewindslieden hoeft het allemaal niet luxer, als het pand maar weer veilig is en aan de eisen van deze tijd voldoet. En dat is nu precies waar de schoen wringt. De architecten die door verantwoordelijk minister en staatssecretaris in de arm zijn genomen zijn voortvarend van start gegaan met fraaie ontwerpen. Maar daar hing wel een prijskaartje aan. De gebruikers van het pand, de politici, vinden het allemaal veel te duur worden. En dus dreigt nu de beoogde startdatum in het gedrang te komen. Onder leiding van ‘procesmanager’ Alexander Pechtold moeten de partijen op 1 lijn komen om ervoor te zorgen dat de renovatie toch nog kan starten vanaf september 2020.

De impasse over de renovatie duurt voort

Intussen duurt de impasse over de renovatie al sinds 2017. Voorstellen van architecten worden verworpen, architecten komen en gaan en ondertussen blijft er maar onenigheid over de kosten en over de aanpak van het project. Aan Alexander Pechtold nu de moeilijke taak om deze impasse vlot te trekken en ervoor te zorgen dat partijen alsnog tot overeenstemming komen zodat er een plan van aanpak op tafel komt waarmee de bouwers vanaf september 2020 aan de slag kunnen. Alleen dan zullen de Eerste en Tweede Kamer hopelijk vanaf 2026 in een veilig pand hun werk kunnen doen.

Bron: NRC Next