Nibud zet vraagtekens bij huurbevriezing: schijnzekerheid voor huurders?
21 mei 2025
Stijgende lonen houden woonlasten in balans
De voorgestelde huurbevriezing voor sociale huurwoningen lijkt overbodig, stelt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Volgens het instituut stijgen de lonen dit jaar harder dan de huren, waardoor de woonlasten voor veel huurders in de sociale sector binnen de perken blijven. Vanuit dat perspectief biedt het bevriezen van huren weliswaar tijdelijk wat lucht, maar is het volgens het Nibud geen noodzakelijke ingreep.
Ook andere partijen, zoals woningcorporaties, economen en toezichthouder Autoriteit Woningcorporaties, betwijfelen het nut van de maatregel. Toch willen de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB dat sociale huurprijzen in 2025 en 2026 niet omhoog mogen.
Wisselend beleid zorgt voor onzekerheid
Nibud-onderzoeker Jasja Bos benadrukt dat het huurbeleid de afgelo
pen jaren alle kanten op is gegaan. Van een volledige huurstop in coronatijd tot gerichte verlagingen in 2023 voor huurders met een laag inkomen: de verschillen zijn groot.
Bos stelt dat het voor huurders misschien nog belangrijker is om te weten waar ze jaarlijks aan toe zijn, dan om incidenteel een stijging te ontwijken. Het voortdurende bijstellen van regels werkt volgens haar onrust in de hand.
Corporaties dreigen met juridische stappen
De aankondiging van de huurbevriezing leidde tot felle reacties van woningcorporaties. Koepelorganisatie Aedes stelt dat de maatregel eerdere afspraken met het kabinet ondermijnt. In die afspraken was vastgelegd dat huren maximaal 4,5% zouden stijgen in ruil voor forse bouwinspanningen vanaf 2029.
Minister Mona Keijzer laat zich vooralsnog niet van haar stuk brengen. Ondanks het ultimatum van de sector, heeft haar wetsvoorstel voor huurbevriezing inmiddels groen licht gekregen van de ministerraad. Uitzondering geldt voor huurwoningen van particuliere investeerders.
Financieel voordeel blijkt beperkt
Nibud-berekeningen maken duidelijk dat het financieel voordeel voor huurders door de huurbevriezing beperkt blijft. Een alleenstaande met bijstandsuitkering zou er €10 per maand op vooruitgaan. Voor een gezin met twee kinderen en een inkomen van 130% van het minimumloon komt het voordeel uit op net iets meer dan €12.
Daar staat tegenover dat huurtoeslag automatisch meebeweegt met stijgende huren. Daardoor worden huurders die meer moeten betalen vaak deels gecompenseerd, wat de impact van de stijging aanzienlijk dempt.
Koopkrachtbeleid als stille kracht
Volgens het Nibud is het vooral het gevoerde koopkrachtbeleid dat de afgelopen jaren heeft voorkomen dat huurders in financiële problemen raakten. Denk aan belastingverlagingen voor de laagste inkomens en compensatie voor stijgende energiekosten.
Doordat het inkomen harder stijgt dan de huur, is de zogeheten huurquote – het percentage van het inkomen dat opgaat aan woonlasten – voor veel huurders gelijk gebleven of zelfs gedaald. Juist dat onderstreept dat structureel beleid meer oplevert dan kortstondige ingrepen.
Bron: fd.nl