Krijgt de houtbouw eindelijk een serieuze kans in Nederland?

27 september 2022

Bouwen met hout is in onder andere Scandinavische landen al decennialang gemeengoed. In Nederland proberen bouwpioniers het bouwen van houten huizen en kantoren ook te promoten, maar dat gaat nog niet heel erg hard. Er worden wel projecten gedaan, maar ze zijn nog zeer schaars. In Nederland overheerst vooral de gedachte dat houtkap schadelijk is voor de natuur, vooral het kappen van tropisch hardhout heeft een slechte reputatie vanwege het verdwijnen van regenwoud. Eric de Munck, groot fan van houtbouw van het eerste uur, nuanceert die beweringen. Het meeste hout, 90%, wordt in Europa geproduceerd. Het gaat hier dus om bossen die bewust zijn aangeplant om ‘bouwhout’ te produceren. Zes procent van het hout komt uit eigen land. Dan blijft er maar 4% tropisch hardhout over en nog eens de helft daarvan wordt inmiddels duurzaam geproduceerd. Ook milieu organisaties erkennen dat bossen voornamelijk verdwijnen omdat ze plaats moeten maken voor het exploiteren van oliepalm, cacao en soja.

‘Bouwen aan een houten toekomst’

Dat is de titel van een studie van Invest NL die aantoont dat er in Nederland voldoende hout op voorraad is om bouwen met hout snel op te schalen. Houtbouwers geven aan dat ze tot wel 80% van de ambitie voor woningbouw in hout kunnen bouwen per jaar. Dat komt neer op zo’n 64.000 woningen op jaarbasis. Een uitzending van VPRO Tegenlicht lijkt Nederland te hebben wakker geschud. Ineens is er veel meer belangstelling voor het bouwen met hout. Daarbij spelen aspecten als CO2 reductie en de mogelijkheid tot hergebruik van materialen uiteraard een belangrijke rol.

Krijgt de houtbouw eindelijk een serieuze kans in Nederland

Lichte bouw is beter bestand tegen aardbevingen

Al sinds de jaren 50 van de vorige eeuw gaan we in Nederland uit van bouwen met beton. Maar sinds de aardbevingen door de gaswinning in Groningen steeds vaker voorkomen, werd duidelijk dat houten huizen hier veel beter tegen bestand zijn dan de veel zwaardere betonnen en stenen constructies. In de regio Loppersum staan houtskeletwoningen, en die hadden na een beving geen schade, terwijl huizen van steen en beton forse scheuren vertoonden. In Japan, een land dat zeer regelmatig met aardbevingen wordt geconfronteerd, wordt om die reden al veel langer met hout gebouwd.

Meer interesse voor bouwen met hout

De laatste jaren neemt de interesse voor bouwen met hout toe, zowel bij woningcorporaties als projectinvesteerders. Cijfers zijn nog lastig te geven want veel projecten zitten nog in de planfase. Maar ook investeerders als ASR en de Volksbank (Regiobank, SNS Bank, ASN Bank, BLG Wonen) investeren steeds meer in houtbouw. Bouwers, zoals De Groot Vroomshoop en Lister schalen hun productie op om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Houten constructies gaan honderden jaren mee als ze worden beschermd met een ‘schil’ van ander materiaal. Vroeger werd er vaak andersom gebouwd: een pand werd opgetrokken uit beton en steen en afgewerkt met hout. Dan heeft het hout regelmatig onderhoud nodig om het mooi te houden, aldus Eric de Munnick. Een houten skelet voor bijvoorbeeld een huis kan wel tot 500 jaar meegaan.

De knop moet om

De Munnick pleit ervoor dat opleidingen voor bouwen met hout meer geld krijgen. Betonbouw opleidingen krijgen standaard geld van de overheid, bij hout ligt dat anders en dat moet veranderen, vindt hij. Er moeten snel meer bouwers bij komen die met hout aan de slag gaan. Alleen dan kan worden voldaan aan de groeiende vraag. Voor de bouw rond Amsterdam wordt onderhandeld over een ‘Houtakkoord’. Dat zal leiden tot een sterke groei naar de vraag naar houten woningen. De doelen voor CO2 reductie voor Europa voor 2030 moeten van 40 naar 55%. Daar kan houtbouw een belangrijke bijdrage aan leveren. Zelf woont Eric de Munnick al twintig jaar met veel plezier in een houten huis. ‘Heerlijk comfortabel, snel opgewarmd, en geen last van geluidsoverlast van onze buren, die gek zijn op hardrockmuziek’.

Bron: Cobouw