Doelen voor betaalbare huurwoningen blijven grotendeels onbereikbaar

3 februari 2025

Woningcorporaties willen huizen blijven bouwenHet realiseren van voldoende sociale huurwoningen gaat in Nederland nog altijd moeizaam. Volgens koepelorganisatie Aedes lukt het slechts een op de vijf gemeenten om minimaal 30 procent van hun nieuwbouwwoningen aan sociale huur te wijden. Dit terwijl de vraag naar betaalbare woonruimte nog steeds hoog is.

Hoewel er in 2024 meer sociale huurwoningen zijn opgeleverd dan in 2023 – 20.000 tegenover 18.000 – blijft het halen van de doelstelling een uitdaging. De Tweede Kamer buigt zich dit voorjaar over het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting, dat ervoor moet zorgen dat gemeenten deze norm verplicht worden na te leven. Maar in 275 van de 342 gemeenten is daar op dit moment nog geen sprake van.

Lokale politiek en grondposities bemoeilijken sociale woningbouw

Volgens Johan Conijn, emeritus-hoogleraar woningmarkt, is de beschikbaarheid van grond een cruciale factor. Woningcorporaties hebben weinig grond in bezit en zijn daardoor sterk afhankelijk van gemeenten en projectontwikkelaars. Lokale politiek speelt hierin een grote rol. In gemeenten waar minder behoefte lijkt te zijn aan sociale huur, zoals Westerveld, wordt vaak gekozen voor andere woonvormen, aldus Rob Hoogeveen van Actium Wonen. Daar tegenover staan steden als Rotterdam, waar ruim 43 procent van de woningen in de sociale sector valt.

Ook binnen steden zelf zijn de verschillen groot. Gijsbert van Herk, bestuursvoorzitter van Staedion, noemt Den Haag als voorbeeld. „In Zuidwest is 90 procent van de woningen sociaal, terwijl in wijken zoals het Statenkwartier en Scheveningen nauwelijks vraag naar sociale huur is.”

Hoge kosten en trage processen zetten investeringen onder druk

Hoewel het beleid van voormalig minister Hugo de Jonge meer aandacht heeft gebracht voor sociale huur, zijn de resultaten pas na jaren zichtbaar. Bovendien staan corporaties onder druk door stijgende bouw- en personeelskosten. Een sociale huurwoning is in de huidige markt vrijwel altijd onrendabel. Als corporaties een woning van drie ton laten bouwen, verdienen ze gemiddeld maar de helft terug via de huurinkomsten. Het verduurzamen van woningen maakt deze financiële uitdaging alleen maar groter, omdat corporaties de kosten niet mogen doorberekenen in de huur.

Corporaties mogen wel geld lenen om te bouwen, maar ook dit kent grenzen. Hoe meer ze nu investeren in nieuwbouw, hoe minder zij in de toekomst mogen lenen. Om tot 2034 versneld sociale woningen te realiseren, heeft de sector onlangs afspraken gemaakt met minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer. Toch heerst er onzekerheid over wat er na die periode zal gebeuren.

Structurele oplossingen vragen om steun van het Rijk

Om sociale woningbouw toekomstbestendig te maken, is extra financiële steun van de overheid noodzakelijk, stelt Conijn. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van subsidies of het afschaffen van de vennootschapsbelasting voor corporaties. De afschaffing van de verhuurdersheffing in 2023 heeft al gezorgd voor een lichte stijging in de bouwproductie. Toch waarschuwen experts dat structurele verbeteringen uitblijven als er niet meer maatschappelijk geld naar volkshuisvesting gaat.

„De kern van het probleem is dat er meer financiële ruimte moet komen,” concludeert Mohamed el Achkar, bestuurder bij Woonstad Rotterdam. „Zonder extra middelen kan niemand sociale huurwoningen rendabel maken.”

Bron: nrc.nl