Beton met een groen randje: bouwen met CO2 in plaats van uitstoot
8 mei 2025
CO2-vastleggend beton als gamechanger
In een oude loods op de Rotterdamse RDM-werf werkt het jonge bedrijf Paebbl aan een revolutionair alternatief voor cement. Wat het zo bijzonder maakt? In plaats van CO2 uit te stoten tijdens de productie, slaat het juist CO2 op. Het poederachtige materiaal dat zij produceren – magnesiumcarbonaat – is deels bindmiddel en deels vulmiddel en kan een deel van het traditionele cement vervangen. Daarmee biedt het een veelbelovende oplossing voor een van de meest vervuilende industrieën ter wereld: de cementsector, goed voor maar liefst 8 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.
Van weerstand naar interesse
Hoewel de techniek inmiddels staat, was het pad ernaartoe verre van eenvoudig. Paebbl werd jarenlang genegeerd door de bouwsector, totdat het klimaatbeleid ineens urgenter werd. Sindsdien wordt Ana Luisa, verantwoordelijk voor productontwikkeling en marktcontact, overspoeld met samenwerkingsverzoeken. De interesse groeit, zeker nu hun product zich bewezen heeft in gewapend beton. Toch blijft de uitdaging: wie durft het aan om te bouwen met een nieuw materiaal, terwijl Portlandcement zich al generatieslang heeft bewezen?
Een industrie in transitie
Portlandcement wordt wereldwijd in enorme hoeveelheden geproduceerd: jaarlijks zo’n 4,5 miljard ton. De voordelen zijn bekend: goedkoop, makkelijk te produceren en veelzijdig inzetbaar. Maar met de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 in zicht, kan de sector er niet omheen. Het Betonakkoord mikt op 70 procent minder uitstoot in 2030. Dat betekent: andere grondstoffen, andere productieprocessen en dus andere businessmodellen.
Van kalksteen naar klei en geopolymeren
Alternatieven voor traditionele klinker – het halffabrikaat in cement – zijn er volop. Hoogovenslakken, vulkanische as en gecalcineerde klei worden al ingezet, hoewel hun beschikbaarheid en prestaties variëren. Ook geopolymeerbeton, dat hard wordt zonder verhitting, biedt perspectief. Paebbl positioneert zich slim in dit landschap: hun poeder is makkelijk te mengen en geschikt voor bestaande betonprocessen. Bovendien is hun nieuwe installatie gebaseerd op een continu proces, wat de overstap voor producenten vergemakkelijkt.
Normen, mallen en gewoontes
De grootste uitdaging zit niet alleen in het materiaal, maar in het systeem. Constructienormen zijn afgestemd op het traditionele cement en prefab-producenten werken met strakke planningen. Alternatieve bindmiddelen vragen soms om langere uithardingstijden, wat de productie kan vertragen. Daarnaast is er de begrijpelijke angst voor het onbekende: niemand wil verantwoordelijk zijn voor een viaduct dat vroegtijdig faalt.
Toch is er beweging. Dankzij het Betonakkoord worden nieuwe normen ontwikkeld die niet meer uitgaan van een vast percentage cement, maar van de prestaties van het eindproduct. Dat opent de deur voor innovatie.
De rol van opdrachtgevers en geldschieters
De omslag in de sector kan niet zonder steun van bovenaf. Overheden bereiden wetgeving voor die duurzaamheidseisen stelt aan publieke opdrachtgevers. Private partijen volgen vrijwillig, maar met zeven coalities van ambitieuze opdrachtgevers ontstaat er wel degelijk druk op de ketel.
Tegelijkertijd is financiering een struikelblok. Banken zijn huiverig voor het onbekende en betonproducenten willen zich niet vastpinnen op één materiaal. Toch is de bereidheid tot verandering groeiende, zeker nu duurzaamheid ook bij klanten en gebouweigenaren hoger op de agenda staat.
Een marathon, geen sprint
De overgang naar uitstootloos bouwen is complex, tijdrovend en kostbaar. Experts wijzen erop dat technologieën als CO2-afvang en -opslag (CCS) waarschijnlijk noodzakelijk blijven, zeker op korte termijn. Toch wijst alles erop dat het begin is gemaakt. Paebbl laat zien dat het anders kan – en misschien wel moet.
Bron: nrc.nl