Zelfverklaring maakt duurzame funderingen mogelijk

3 november 2025

Duurzaam funderen blijft achter bij de rest van de bouw

Bouwen met circulair beton krijgt langzaam voet aan de grondTerwijl duurzaam bouwen inmiddels stevig op de kaart staat, blijft het funderingsdeel van veel projecten traditioneel. Beton is nog steeds de norm, ook onder biobased gebouwen. En dat schuurt. Want als de ambitie echt duurzaam is, dan moet ook de fundering mee. Gelukkig zijn de technieken er al, zoals circulaire stalen schroefpalen. Toch worden die nauwelijks toegepast – niet omdat ze technisch niet deugen, maar vanwege een taaie normering.

Funderen met schroefpalen is een relatief nieuwe, duurzame methode. Ze worden zonder beton of cement de grond in gedraaid, veroorzaken weinig trillingen en kunnen zelfs hergebruikt worden. De grootste hindernis? De officiële paalklassefactoren zoals vastgelegd in de NEN-normen.

Zelfverklaring biedt uitweg uit normendoolhof

Door recente aanpassingen aan de norm zijn de klassefactoren van sommige palen verlaagd. Hierdoor lijken ze op papier ineens minder draagkrachtig. Dat zet innovatieve leveranciers zoals Weenk Schroeffundering op achterstand. Hun systeem voldoet wél, maar wordt binnen de norm verkeerd geclassificeerd.

Om dat recht te zetten, kunnen bedrijven sinds enkele jaren een zogenoemde zelfverklaring aanvragen. Daarmee kunnen ze onderbouwd aantonen dat hun specifieke paaltype een hoger draagvermogen heeft dan de standaardwaarde suggereert. Alleen: eenvoudig of goedkoop is dat niet. Het proces kost volgens experts vaak meer dan €100.000, en vereist uitgebreide proefbelastingen en technische documentatie.

Waarom funderingsbedrijven toch investeren

Toch zien partijen als WSF de investering als noodzakelijk. De markt groeit, de behoefte aan duurzame oplossingen neemt toe en opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam stimuleren de beweging met eigen proefprojecten. Bovendien zou een zelfverklaring het vertrouwen van constructeurs én gemeenten kunnen vergroten, waardoor schroeffunderingen breder toepasbaar worden.

Op dit moment zijn er slechts vijf zelfverklaringen opgenomen in het officiële NEN-register. Maar er komen meer aan. Vooral na de recente bijstelling van de norm, die sommige funderingssystemen harder treft dan andere, is de interesse toegenomen.

Weerstand in de markt komt deels door onbekendheid

Naast de kosten speelt ook koudwatervrees een rol. Gemeenten en constructeurs zijn vaak terughoudend bij onbekende paalsystemen. De rekenregels zijn anders, de ervaring beperkt, en de norm is niet altijd op maat gemaakt. Toch zien adviseurs zoals Eelco van der Sloot en Adri Verhoef juist grote voordelen: circulaire schroefpalen besparen materiaal, zijn trillingsarm en ideaal voor binnenstedelijk bouwen.

Verhoef werkte mee aan de DFH-ecopaal en ziet de zelfverklaring als dé manier om deze innovatieve technieken breder geaccepteerd te krijgen. Niet alleen vanwege de milieuwinst, maar ook omdat minder palen nodig zijn als het draagvermogen goed onderbouwd kan worden.

Hoe werkt het aanvragen van een zelfverklaring?

Een zelfverklaring start met een draaiboek voor proefbelastingen en een beschrijving van het paalsysteem. Na aanmelding bij NEN worden drie onafhankelijke experts aangewezen. Zij beoordelen de methode en resultaten op basis van de norm. Pas bij goedkeuring wordt de verklaring opgenomen in het register.

Er zijn twee routes: een A1-verklaring voor landelijk gebruik, gebaseerd op brede metingen, of een A2-verklaring voor een specifieke locatie. In beide gevallen geldt: hoe grondiger de onderbouwing, hoe meer vertrouwen – en hoe groter de kans dat innovatieve paalfunderingen echt de norm gaan worden.

Bron: cobouw.nl