Woningtekort maakt woningsplitsing opnieuw actueel
20 november 2025
Woningtekort dwingt tot creatieve oplossingen
Met de nieuwbouw die overal stokt en de woningdruk die alleen maar toeneemt, keren steeds meer gemeenten terug naar een oude bekende: woningsplitsing. Waar deze aanpak lange tijd werd gezien als problematisch voor leefbaarheid en starterskansen, wordt het nu weer voorzichtig omarmd als kansrijk alternatief om snel woningen toe te voegen. Toch stuit deze opleving op veel lokale obstakels.
Van verbod naar versoepeling
Jarenlang legden gemeenten woningsplitsing aan banden. Vooral in grote steden heerste de vrees voor verkamering, overlast en uitbuiting van de woningmarkt. Maar de wind is aan het draaien. In Den Haag mag het splitsen van woningen onder bepaalde voorwaarden weer. Ook steden als Rotterdam en Utrecht bereiden versoepelingen voor, weliswaar met streng toezicht op leefbaarheid en minimale oppervlaktes.
Inmiddels groeit het besef dat bestaande woningen beter benut kunnen worden. Projectontwikkelaars, zoals Martijn Lentze van 070 Vastgoed, maken al jaren gebruik van de ruimte die het splitsen van panden biedt. Zijn boodschap is helder: “Bouwen op zee klinkt leuk, maar splitsen is nú mogelijk.”
Politieke steun voor beter gebruik van bestaande voorraad
In veel verkiezingsprogramma’s wordt naast nieuwbouw nu ook ingezet op beter gebruik van wat er al staat. Optoppen, woningdelen en woningsplitsing staan nadrukkelijk op de radar. Elisabeth Boersma van het Nationaal Renovatie Platform noemt dit hét moment om creatieve oplossingen te omarmen. Ook hoogleraar Marja Elsinga pleit voor meer flexibiliteit: met gemiddeld 53 m2 woonoppervlak per persoon woont Nederland bovengemiddeld ruim.
Gezien de vergrijzing en toename van eenpersoonshuishoudens is het niet houdbaar om de woningmarkt vooral te laten bestaan uit eengezinswoningen. Woningsplitsing biedt hier een direct inzetbaar alternatief voor, zeker als het bouwen van levensloopbestendige woningen achterblijft.
Grote potentie, maar ook veel barrières
Rapporten schetsen een fors potentieel: tot 164.000 nieuwe woningen via splitsing vóór 2030. Toch bleef het gemiddelde de afgelopen jaren steken op ruim 3.000 gesplitste woningen per jaar. Gemeenten bleven huiverig, mede door de impact van buy-to-let praktijken en zorgen over leefbaarheid. Daardoor werd woningsplitsing vaak over één kam geschoren met kamerverhuur en speculatie.
Hoewel steden als Rotterdam en Utrecht soepeler willen omgaan met de regels, zijn er per wijk nog altijd veel restricties. In kwetsbare buurten blijven de eisen zwaar, of wordt splitsing zelfs uitgesloten. Het risico op extra druk op de leefomgeving speelt hier een grote rol.
Slimmer splitsen buiten de Randstad
Ook buiten de grote steden groeit de interesse. In Midden-Drenthe mogen vrijstaande woningen en boerderijen nu gesplitst worden, mits ze voldoen aan oppervlaktenormen en veiligheidsvoorschriften. Voor dorpen waar jongeren moeilijk woonruimte vinden en ouderen in grote huizen blijven zitten, biedt dit perspectief. Wel spelen hier andere factoren mee, zoals geuroverlast van landbouw en parkeerruimte.
Parkeerregels en fiscale druk belemmeren opschaling
Parkeernormen zijn in steden vaak een onbedoelde rem op splitsing. Gemeenten gaan uit van meer autobezit bij kleinere huishoudens, terwijl onderzoek het tegendeel laat zien. Meer ruimte voor deelmobiliteit zou dit kunnen oplossen. Daarnaast leidt het vertrek van particuliere beleggers tot zorgen. De hogere belastingdruk, strengere huurregels en afgenomen rendementen ontmoedigen juist die partijen die splitsing vaak mogelijk maakten.
Volgens ontwikkelaars zoals Lentze lopen veel kansrijke projecten nu vast. “Het potentieel is enorm, maar met alle regels en lasten is het voor veel beleggers niet meer rendabel.” En dat is wrang, want met een woningmarkt die piept en kraakt, is het juist deze vorm van herontwikkeling die snel resultaat kan boeken.
Bron: fd.nl