Wet regie woningbouw: krachtige ingreep of stroperige belofte?

10 juli 2025

Wetsvoorstel moet bouwtempo opvoeren

Honderden bouwprojecten voor de zorg in NederlandEen ruime meerderheid in de Tweede Kamer stemt in met de Wet versterking regie volkshuisvesting, kortweg de ‘Wet regie’. Daarmee krijgt het Rijk een stevigere vinger in de pap als het gaat om waar, wanneer en voor wie er woningen worden gebouwd. De wet is bedoeld om vaart te maken met woningbouw en vooral meer betaalbare woningen te realiseren.

De ambities zijn hoog: elk jaar moeten er 100.000 woningen bij, waarvan twee derde in het betaalbare segment moet vallen. Minister Keijzer mag straks woningbouwlocaties aanwijzen en betaalbaarheidsnormen opleggen. Op papier klinkt dit als een doorbraak in de aanpak van het woningtekort, maar in de praktijk lijken er toch flink wat haken en ogen aan te zitten.

Meer regie, maar met ruimte voor lokale nuance

Hoewel het oorspronkelijke plan van Hugo de Jonge gemeenten verplichtte om zich te houden aan landelijke percentages voor sociale huur, heeft zijn opvolger Keijzer daar een zachtere lijn in gebracht. Gemeenten mogen onder voorwaarden afwijken van het landelijke streven van 30% sociale huur, mits er overleg is met buurgemeenten en de provincie.

Op nationaal niveau moet het totaalplaatje wél kloppen, maar lokaal ontstaat er ruimte voor maatwerk. Tegenstanders vrezen echter dat dit juist zal leiden tot oeverloze discussies tussen overheden en vertraging in plaats van versnelling.

Betaalbaarheid wringt met financiële realiteit

Terwijl publieke partijen pleiten voor harde verplichtingen rondom sociale huur, vragen marktpartijen juist om flexibiliteit. Volgens bouwers en investeerders houden de betaalbaarheidseisen in de wet geen rekening met de financiële haalbaarheid van projecten. Zonder extra middelen voor onrendabele delen, komen businesscases onder druk te staan.

In de praktijk betekent dit dat projecten met een hoog aandeel sociale huur financieel lastig rond te krijgen zijn, zeker zonder ruimte voor het bouwen van woningen in het vrije segment. En dus wordt het trekken aan een dood paard, tenzij de overheid ook financieel de schouders eronder zet.

Sneller bouwen dankzij kortere procedures

Toch zitten er ook maatregelen in de wet die wél breed worden toegejuicht. Zo krijgen bezwaarprocedures een duidelijke deadline, de zogeheten ‘fatale termijnen’. Als overleg te lang duurt, kan de minister ingrijpen. Volgens NSC-Kamerlid Merlien Welzijn kan dat zomaar enkele jaren tijdwinst opleveren.

Daarnaast zijn versnelde vergunningstrajecten en snellere juridische procedures positief ontvangen, onder andere door institutionele beleggers verenigd in IVBN. De wet bevat dus zeker elementen die echt kunnen bijdragen aan meer tempo.

Middenhuur als pijnpunt voor investeerders

Een opvallend punt van zorg voor beleggers zit in een motie van de VVD, die inzet op het bouwen van 25% betaalbare koopwoningen. Hierdoor blijft er binnen het totale betaalbare segment slechts 12% over voor middenhuur, het segment dat door investeerders juist als cruciaal wordt gezien.

Volgens IVBN vormt middenhuur de smeerolie van de woningmarkt. Pensioenfondsen voelen zich nu eerder afgestoten dan aangetrokken, en dat kan de financierbaarheid van projecten verder onder druk zetten.

Amendement PVV zorgt voor politieke knetter

Alsof de wet zelf al niet complex genoeg is, voegde de PVV deze week nog een politiek geladen amendement toe. Gemeenten mogen straks geen voorrang meer geven aan statushouders bij de toewijzing van woningen. Het gevolg: steun van linkse partijen verdween als sneeuw voor de zon. D66 sprak van een ‘verminkte’ wet, GroenLinks-PvdA noemde het ‘ontmenselijking’.

Ambtenaren waarschuwen dat het amendement mogelijk in strijd is met het discriminatieverbod. Minister Keijzer laat nu onderzoeken wat de juridische gevolgen zijn en hoe dit in de praktijk uitvoerbaar blijft.

De regie ligt op tafel, maar wie gaat sturen?

Gemeenten moeten voor 2027 een volkshuisvestingsprogramma opstellen waarin ze aangeven waar en hoeveel er gebouwd gaat worden. Maar wie daadwerkelijk de regie gaat voeren als discussies tussen overheden en marktpartijen vastlopen, blijft vooralsnog onduidelijk.

Wethouder Van Rees vraagt zich openlijk af hoe strak de minister straks gaat sturen, zeker als lokale wensen zoals vergroening en leefbaarheid haaks staan op landelijke bouwdoelen. De wet biedt dus meer grip op papier, maar of die grip ook daadwerkelijk leidt tot snellere en betere woningbouw, zal de praktijk moeten uitwijzen.

Bron: fd.nl