Verzekeren tegen extreem weer wordt lastiger in Nederland
20 november 2025
Verzekeraars trekken zich terug bij toenemende klimaatschade
Wat als een plek zó vaak getroffen wordt door overstromingen, stormen of bosbranden dat verzekeraars er de handdoek in de ring gooien? In het Verenigd Koninkrijk is dat inmiddels werkelijkheid. Het dorp Tenbury Wells is na herhaalde overstromingen onverzekerbaar verklaard. In de VS gebeurt hetzelfde met gebieden waar bosbranden woekeren. De onderliggende boodschap: de verzekerbaarheid staat onder druk.
Volgens verzekeraar Aviva lopen miljoenen gebouwen in het VK risico op overstromingen. Meer verharding, gebrekkige afwatering en stijgende temperaturen maken het probleem structureel. En de financiële impact is enorm: wereldwijd nemen de verzekerde verliezen als gevolg van klimaatverandering met zo’n 6,5% per jaar toe. Een zorgwekkende ontwikkeling die ook Europa raakt, aldus ngo Finance Watch. Slechts een kwart van de klimaatschade is hier verzekerd, wat een groeiende beschermingskloof veroorzaakt.
Extreem weer in Nederland zorgt voor pieken in schade
Hoe zit het in Nederland? Ook hier neemt extreem weer toe. De schade komt niet geleidelijk, maar in pieken. Stormschade blijkt het meest kostbaar. In 2018 liep de schade op tot ruim €700 miljoen, en in 2022 — met storm Eunice — zelfs tot bijna €1 miljard.
Hoewel het lastig is om directe oorzaken aan klimaatverandering toe te wijzen, neemt de frequentie en intensiteit van extreem weer onmiskenbaar toe. Achmea ziet nu al dat ongeveer 10% van haar inkomsten gerelateerd is aan klimaatschade, en dat aandeel groeit. Claims nemen toe, net als de bedragen. Dat zet het huidige verzekeringsmodel onder druk.
Waterschade het grootste risico voor vastgoed
In een land als Nederland is water dé bepalende factor. Schade door neerslag of overstroming van kleine waterkeringen is nog te verzekeren, maar schade door grote rivieren of stijgend grondwater valt buiten de reguliere dekking. Dat levert lastige situaties op, zoals bleek bij de overstromingen in Limburg in 2021. De sector had nét besloten om ook schade door zogeheten ‘secundaire keringen’ te dekken — en daarmee werd erger voorkomen.
Bij primaire keringen, zoals de grote rivieren, is schadeafhandeling minder duidelijk geregeld. De overheid biedt via de Wet tegemoetkoming schade een vangnet, maar dit systeem is volgens veel partijen niet toekomstbestendig. Onzekerheid over wanneer de regeling geldt en wat exact vergoed wordt, maakt het voor bewoners en ondernemers lastig om risico’s in te schatten.
Lokale neerslag kan grote financiële gevolgen hebben
Het gevaar komt niet alleen van grote rivieren. Ook extreme neerslag in heuvelachtige gebieden kan schade veroorzaken. Een stresstest van NN Group op de Utrechtse Heuvelrug toonde aan dat water met enorme kracht door gebouwen kan stromen. Verderop in lager gelegen gebieden zorgt waterophoping voor schade aan infrastructuur, landbouw en vitale voorzieningen.
Dergelijke lokale schade kan tussen de €1 miljard en €2 miljard bedragen, afhankelijk van de hevigheid van de bui. En dat legt een forse druk op de verzekeringssector, die gemiddeld €2,5 miljard per jaar aan schade uitkeert. Het grote vraagstuk is: blijft het wel betaalbaar om dit alles te verzekeren?
Een ‘architect van Nederland’ is nodig
Volgens Tjeerd Bosklopper van NN Group is het tijd om ruimtelijk veel strategischer te werk te gaan. Een soort ‘architect van Nederland’ zou moeten bepalen waar het nog verstandig is om te bouwen, waar natuur het water kan opvangen, en welke gebieden we beter met rust kunnen laten. Dit raakt direct aan ruimtelijke ordening en lange termijn visie op wonen, werken en landbouw.
Toch is er ook reden voor nuchter optimisme. Nederland is volgens betrokken verzekeraars nog altijd de best beschermde delta van Europa. Het verschil zit hem vooral in onze sterke focus op preventie. De kans dat hele regio’s onverzekerbaar worden zoals in de VS of VK is klein — maar dat wil niet zeggen dat er geen keuzes gemaakt moeten worden.
Bron: fd.nl