Modulair bouwen versnelt woningbouw, maar blijft onderbenut

4 augustus 2025

Een woonwijk uit de fabriek

Op een voormalig IT-terrein in Nijmegen verrijzen zeven woongebouwen die samen onderdak bieden aan bijna vijfhonderd mensen. In amper drie jaar tijd – van raadsbesluit tot oplevering – werd hier NDW21 gerealiseerd: een wijk van tijdelijke woningen gebouwd door VDL De Meeuw. Voor de modulaire bouwer uit Brabant is het project niet alleen een bouwprestatie, maar ook een krachtig visitekaartje.

Dat deze prestatie mogelijk werd, is volgens directeur Bram van Rijt vooral te danken aan politieke daadkracht. “Snelle besluitvorming is minstens zo belangrijk als snel bouwen. De gemeente Nijmegen en de betrokken woningcorporaties hadden die wil.” Dankzij een tijdelijke omgevingsvergunning en de Crisis- en herstelwet kon men snel schakelen, ondanks afwijkingen van het bestemmingsplan.

Snel bouwen in onzekere tijden

De snelheid van modulair bouwen is inmiddels welbekend. Toch werd ook dit project afgeremd door onverwachte omstandigheden, zoals de stijgende grondstofprijzen na de Russische inval in Oekraïne. Een reeds sluitend plan moest opnieuw onderhandeld worden, wat bijna een half jaar kostte.

Ironisch genoeg bood die tegenslag ook ruimte voor versnelling: doordat er een aanzienlijk aantal statushouders zou worden gehuisvest, kwam er financiële steun vanuit het Rijk. Zo werd maatschappelijke urgentie direct vertaald naar haalbaarheid.

Maatwerk versus standaardmodules

Modulair bouwen draait idealiter om herhaalbaarheid en efficiëntie. Maar bij NDW21 vroeg de opdrachtgever om aanpassingen aan het standaardconcept. Dat leverde extra ontwerp- en afstemmingstrajecten op. Volgens Van Rijt maakt dit duidelijk hoe belangrijk het is om al vroeg in het proces helderheid te hebben over verwachtingen: “Meer maatwerk betekent automatisch meer processtappen, en dat wringt met de kracht van industrieel bouwen.”

Brandveiligheid als bottleneck

Vlak voor oplevering ontstond vertraging door discussie over brandveiligheid. Hoewel de toegepaste brandkleppen eerder al waren goedgekeurd in andere projecten, eiste de lokale veiligheidsregio aanvullend bewijs.

Uiteindelijk moest de kwestie worden voorgelegd aan de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften (ATGB), die VDL De Meeuw in het gelijk stelde. Van Rijt benadrukt dat landelijke certificering van fabrieksmatige bouwsystemen veel van dit soort vertragingen zou kunnen voorkomen.

Productiesnelheid uit de fabriek

De fabriek van VDL De Meeuw draait inmiddels op volle toeren. Met een productiecapaciteit van 500 m2 per dag – opschaalbaar naar 1.000 m2 – bewijst het bedrijf dat snelheid geen loos begrip is.

De bouw van NDW21 startte in april 2023. In december stond het eerste gebouw, en in mei 2024 werd het laatste opgeleverd. Verlengde werkdagen in fabriek én op de bouwplaats maakten het mogelijk. “Wat het allemaal echt de moeite waard maakt? Dat we honderden woningzoekenden een thuis hebben gegeven,” aldus Van Rijt.

Van containerwoning naar hoogwaardige wijk

Met NDW21 rekent VDL De Meeuw af met het hardnekkige vooroordeel dat modulair bouwen gelijkstaat aan containerwoningen. De tijdelijke woningen voldoen aan het Bouwbesluit voor permanente bouw, zijn BENG-gecertificeerd en ontworpen met oog voor architectuur.

Een architect was betrokken bij de stedenbouwkundige opzet en gevelbeelden, met veel aandacht voor kleurgebruik en beleving. Het resultaat is een leefbare buurt, geen tijdelijk kampement.

Waarom het nog steeds niet de norm is

Toch verbaast het Van Rijt dat modulair bouwen nog steeds een niche is. In zijn lezingen wijst hij op een grafiek van McKinsey: waar vrijwel alle sectoren sinds 1950 een productiviteitsexplosie kenden, is de bouw zelfs 10 procent achteruitgegaan.

Volgens hem komt dat deels door het afnemend aantal vaklui op de bouwplaats, maar vooral door gebrek aan innovatie en een cultuur waarin overleg eindeloos kan duren. “We hebben het onszelf gewoon moeilijk gemaakt.”

Industrieel bouwen maakt woningbouw haalbaarder

Uit cijfers van McKinsey én de eigen berekeningen van VDL De Meeuw blijkt dat industrieel bouwen circa 20 procent kostenefficiënter is dan traditioneel bouwen. Dat maakt het niet alleen sneller, maar ook financieel aantrekkelijker.

Van Rijt is blij dat de overheid dit begint te zien. Met beleidsmakers als Mona Keijzer wordt nu actief ingezet op opschaling van industrieel bouwen. “Dat is precies wat nodig is om uit de impasse in de woningbouw te komen.”

Modulair én biobased in aantocht

De volgende stap voor VDL De Meeuw is al in voorbereiding: een volledig biobased modulair bouwsysteem. Waar en wanneer deze nieuwe woningen geplaatst worden, blijft nog even geheim vanwege lopende procedures, maar de productie is al gestart.

De woningen – bestemd voor sociale huur, middeldure huur en senioren – voldoen aan alle eisen voor permanente bouw. Met een productiecapaciteit van 500 m2 per dag belooft dit een veelbelovende nieuwe standaard te worden in duurzaam bouwen.

Bron: cobouw.nl