Kabinet wil bouwsector helpen met versoepeling van de stikstofregels

26 oktober 2020

De regering werkt aan een versoepeling van de stikstofregels voor de bouwsector. Zo hoeven bouwbedrijven straks onder bepaalde voorwaarden niet meer te voldoen aan de strengste regels bij bouwen of slopen. Hierdoor kunnen veel projecten die nu noodgedwongen stil liggen weer worden opgestart. Daarnaast stelt het kabinet 1 mld euro subsidie beschikbaar voor de aanschaf van schonere machines voor de bouw. Dit staat in een voorstel van minister Schouten van Landbouw dat in oktober aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Daarnaast worden extra miljarden beschikbaar gesteld voor het herstellen van natuurgebieden en het ondersteunen van boeren als zij hun bedrijf willen omvormen naar een schonere manier van werken.

Geen extra maatregelen voor boeren

Aanvankelijk was de minister van Landbouw van plan om boeren op te leggen hun koeien eiwitarm voer te geven om op die manier de stikstofuitstoot te verlagen. Het vee veroorzaakt ruim de helft van de stikstofuitstoot in Nederland, de bouw nog geen 1 %. Maar nadat boeren en landbouworganisaties fel protesteerden tegen deze maatregel kwam minister Schouten hierop terug. Vlak voor de ingangsdatum werd de maatregel geschrapt. De droge zomer, waardoor het gras sowieso al minder eiwit bevat, lag hier mede aan ten grondslag.

Kabinet wil bouwsector helpen met versoepeling van de stikstofregels

Stikstofreductie van 25%

De stikstofregels die de minister nu voorstelt leiden tot vermindering van de uitstoot met een kwart. Dat is minder dan de Commissie Remkes het kabinet adviseerde. Deze commissie acht reductie met de helft noodzakelijk. LTO Nederland vindt het voorstel van de minister weinig verrassend. De organisatie laat weten dat zij zich graag hadden laten verrassen door de overname van een aantal voorstellen die door de sector waren gedaan om de stikstofreductie vorm te geven. Wanneer de Tweede Kamer een besluit neemt over de voorstellen voor het aanpassen van de stikstofregels is nog niet bekend.

Bron: Het Financieele Dagblad