Hypotheekrenteaftrek opnieuw middelpunt van politiek getouwtrek

9 september 2025

Politiek vuurwerk over fiscale steun voor huizenbezitters

De verkiezingscampagnes zijn losgebarsten en daarmee is ook het ‘h-woord’ weer volop onderwerp van gesprek: de hypotheekrenteaftrek. Een discussie die al decennia meegaat, maar dit keer lijkt er daadwerkelijk iets te kunnen veranderen. Waar rechtse partijen zoals de VVD fel gekant zijn tegen verdere afbouw, schuift het CDA opvallend genoeg juist op richting hervorming.

Deze verschuiving binnen het politieke midden maakt het voor het eerst in jaren mogelijk dat er na de verkiezingen een meerderheid ontstaat voor verdere beperking of zelfs afschaffing van het fiscale voordeel.

De Belastingdienst als onbedoelde katalysator

Een belangrijk – en verrassend – argument voor herziening komt niet van economen, maar van de Belastingdienst zelf. Door een gebrek aan goede data kunnen zij vanaf 2031 niet meer controleren wie nog recht heeft op hypotheekrenteaftrek. De termijn van dertig jaar, ingesteld in 2001, loopt dan voor de eerste groep af, maar wie precies wanneer is begonnen, is vaak onduidelijk.

Volgens fiscalist Gerard Staats kan dit leiden tot een chaos aan onjuiste belastingaangiften. Dat maakt de huidige situatie politiek steeds moeilijker te verdedigen.

Invloed op woningprijzen blijft onderwerp van debat

Al jaren klinkt er kritiek op het prijsopdrijvende effect van de hypotheekrenteaftrek. Door meer leencapaciteit kunnen woningkopers meer bieden, wat leidt tot hogere huizenprijzen. Volgens woningmarkteconoom Matthijs Korevaar verstoort dit het evenwicht tussen de koop- en huursector.

Toch is het effect lastig exact te meten, omdat ook factoren als schaarste, grondprijzen en renteontwikkelingen een grote rol spelen. De verwachting dat huizenprijzen massaal zullen dalen als de aftrek verdwijnt, is dan ook onrealistisch.

Maandlasten stijgen, maar hoe erg is dat echt?

Een veelgehoorde angst is dat huiseigenaren bij afschaffing van de renteaftrek met fors hogere maandlasten worden geconfronteerd. In theorie klopt dat, maar in de praktijk valt het mee – zeker bij een ruime overgangsperiode. Rekenvoorbeelden laten zien dat de netto maandlasten bij een geleidelijke afbouw over vijftien jaar met zo’n €20 per maand stijgen.

Uiteindelijk hangt veel af van de economie, loonontwikkelingen en de manier waarop partijen eventuele compensatie willen vormgeven. Zo willen sommige partijen de opbrengsten gebruiken om de inkomstenbelasting te verlagen, terwijl anderen mikken op investeringen in woningbouw.

Starters tussen hoop en vrees

Misschien wel de meest prangende vraag: wat betekent dit alles voor starters op de woningmarkt? Daarover lopen de meningen flink uiteen. Het CDA hoopt dat een afbouw juist kansen creëert voor deze groep, terwijl de VVD waarschuwt dat starters zonder aftrek helemaal buiten de boot vallen.

De werkelijkheid is complexer. Fiscalist Staats stelt dat starters de afgelopen jaren vooral geholpen zijn met allerlei andere regelingen, zoals belastingvrijstellingen en startersleningen. Maar juist die maatregelen jagen de huizenprijzen verder op, wat weer averechts werkt.

Econoom Korevaar ziet wel degelijk voordelen van de renteaftrek voor starters, vooral nu zij vaak tegen hogere rentepercentages lenen. Voor starters met een modaal inkomen kan het belastingvoordeel oplopen tot bijna 8% van het netto inkomen – aanzienlijk meer dan voor andere groepen.

Een alternatief volgens Korevaar? Verhoog het eigenwoningforfait. Daarmee worden ook bezitters van duurdere woningen zwaarder belast, zonder direct de starter te raken.

Bron: fd.nl