Hoe een ruïne voor een gulden uitgroeide tot iconisch erfgoedhotel
21 juli 2025
Van Novotel naar Neercanne
Camille Oostwegel koos op jonge leeftijd niet voor een internationale topcarrière bij Novotel, maar voor een missie dichter bij huis. Op zijn 29ste keerde hij terug naar Limburg, waar hij als kind op het land werkte. Wat hij aantrof op landgoed Sint Gerlach was een ruïne – dakloos, deels ingestort en vergane glorie. Toch kocht hij het, voor één gulden. Een doorsnee ondernemer had het laten slopen, maar Oostwegel begon aan een jarenlang avontuur dat hijzelf later een ‘opdracht’ noemde: het redden van Limburgs erfgoed.
Met geleend geld, een garantstelling van bierbrouwer Brand en zijn eigen spaargeld, opende hij begin jaren ’80 zijn eerste hotel-restaurant in een vervallen kasteel. Later volgden onder meer Château Neercanne, Hotel Brughof en de Winselerhof – allemaal getransformeerd tot luxe verblijven in rijksmonumenten.
Cultureel erfgoed als bestaansreden
Voor Oostwegel kwam het monument vaak vóór de bedrijfsvoering. “Zonder rendement kun je niet door, maar het behoud van erfgoed is onze plicht.” Met dat uitgangspunt bouwde hij zijn collectie uit tot vier unieke locaties, elk diep geworteld in de Limburgse geschiedenis. Zijn aanpak bracht hoogwaardige gastvrijheid naar het voormalige mijngebied, waar het destijds aan luxe ontbrak.
Hij kreeg het voor elkaar om op verwaarloosde plekken zoals Château Neercanne en de Winselerhof een nieuwe economische en culturele betekenis te geven. Inmiddels zijn al zijn projecten rijksmonumenten en onderdeel van het Limburgse erfgoedlandschap. Met deze herbestemmingen liep Oostwegel ver vooruit op de huidige trend waarin erfgoed steeds vaker een nieuwe functie krijgt.
Familiebedrijf met een missie
In 2020 droeg Oostwegel het stokje over aan zijn zoon Camille, die inmiddels de dagelijkse leiding heeft binnen het bedrijf. Zijn vrouw en dochters zijn ook aandeelhouders, wat de onderneming tot een écht familiebedrijf maakt. Onder zijn leiding is er nieuw leven geblazen in bestaande panden, met oog voor duurzaamheid, stijl én rendement. Zo werden warmtepompen geplaatst, luxe suites toegevoegd en verloren Michelinsterren herwonnen.
Zijn eerste grote, zelfstandige project buiten de bestaande collectie staat nu in de steigers: de verbouwing van ‘De Stuers’, een voormalig kunstacademiegebouw in Maastricht. Tussen dit pand en het Kruisherenhotel komt een koperen loopbrug – een knipoog naar de kenmerkende stijl van de familie.
Geschiedenis met een twist
Elke locatie uit de Oostwegel Collection vertelt een verhaal. Van barokke kapellen met fresco’s tot graftombes van heiligen, en van beeldentuinen tot mergelgrotten waarin de Europese geschiedenis werd geschreven. Zo werd op Château Neercanne het Verdrag van Maastricht voorbereid, en dineerden wereldleiders met blokjes kaas op stokjes.
Oostwegel zelf maakte het persoonlijk met anekdotes: van de pet van Toon Hermans tot het weigeren van president Bush vanwege een openstaande factuur. Zaken zijn zaken, vond hij – en gelijk kreeg hij.
Toekomst in erfgoed en gastvrijheid
Camille junior werkt gestructureerd, waar zijn vader intuïtief te werk ging. Maar de kern van hun werk blijft hetzelfde: geschiedenis doorgeven via gastvrijheid. Of dat nu gebeurt in een barokhotel met kunstinstallaties of een wijnkelder onder een mergelberg, steeds draait het om beleving en betekenis.
De nieuwe generatie bouwt voort op een stevig fundament – letterlijk en figuurlijk. Terwijl vader zich inmiddels stort op tuinieren, wandeltochten en rondleidingen, werkt zoon Camille aan de volgende fase: een Limburgs driesterrenrestaurant en verdere uitbreiding van het merk. De missie is niet veranderd: cultureel erfgoed een tweede leven geven – en liefst met een glas lokale bubbels erbij.
Bron: fd.nl