Carel Weeber: architect van controverse en vernieuwing overleden
5 februari 2025
De Nederlandse architect Carel Weeber, bekend om zijn uitgesproken ideeën en unieke gebouwen, is zondag op 87-jarige leeftijd in Leuven overleden. Weeber, die in Nijmegen werd geboren maar zijn jeugd op Curaçao doorbracht, wist al vanaf zijn derde dat hij architect wilde worden. Na zijn terugkeer naar Nederland in 1955 studeerde hij bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft, waar hij later hoogleraar werd. Zijn carrière kenmerkte zich door spraakmakende ontwerpen en felle kritiek op de toenmalige woningbouwcultuur.
Opkomst en de strijd tegen ‘nieuwe truttigheid’
Al snel na zijn afstuderen liet Weeber van zich horen. In 1966 ontving hij de prestigieuze Prix de Rome voor zijn ontwerp van een nieuw Centraal Station in Amsterdam. Maar het was vooral zijn kritiek op de kleinschalige woonerven van de jaren zeventig, die hij “nieuwe truttigheid” noemde, waarmee hij het debat over architectuur in Nederland naar zijn hand zette. Als antwoord ontwierp hij grootschalige sociale woningbouwprojecten zoals het Arena Plan in Alphen aan den Rijn, dat in de gemeenteraad voor veel discussie zorgde.
Zijn bekendste projecten uit deze periode zijn de iconische Peperklip in Rotterdam en de inmiddels gesloopte Zwarte Madonna in Den Haag. De Peperklip, een langgerekt appartementencomplex in de vorm van een opengevouwen paperclip, biedt ruimte aan 549 woningen. De Zwarte Madonna, die 336 woningen omvatte, werd zowel verafschuwd als bewonderd. Weeber zelf gaf toe dat zijn werk bedoeld was om emoties op te roepen en te irriteren: “Ik denk dat ik daarin geslaagd ben.”
‘Het wilde wonen’ en de roep om liberalisering
In 1997 veroorzaakte Weeber opnieuw ophef met zijn pleidooi voor ‘het wilde wonen’. Hij pleitte ervoor om de macht van overheidsregels in de woningbouw drastisch te beperken. In zijn visie zouden mensen meer vrijheid moeten krijgen om hun eigen huizen te ontwerpen en bouwen. Dit idee vond uiteindelijk weerklank in het project ‘Gewild Wonen’ in Almere, waar bewoners meer zeggenschap kregen over hun eigen woningen.
Hoewel Weeber lof ontving voor zijn gedurfde ideeën, werd hij ook niet gespaard van kritiek. In datzelfde jaar stemden collega-architecten hem tot “slechtste architect” van Nederland. Dit oordeel nam hij echter niet al te serieus, en hij beschouwde het als een teken van conservatisme binnen zijn vakgebied. Een van zijn ontwerpen die vooral in het oog sprong, was de kleurrijke en chaotische studentenhuisvesting De Struyck in Den Haag, die hij bewust had ontworpen om te provoceren.
Ode aan de wanorde
Weeber verzette zich tegen de heersende opvattingen over samenhang en orde in architectuur. Hij zag juist waarde in ‘wanorde’ en wilde mensen aanmoedigen om af te wijken van traditionele architectonische vormen. Ondanks de controverse rondom zijn werk, werd hij in 2006 bekroond met de Maaskantprijs voor zijn belangrijke bijdrage aan de culturele beleving van architectuur.
Op dat moment had Weeber zichzelf al uitgeroepen tot ‘ex-architect’ en was hij teruggekeerd naar zijn geboortegrond Curaçao, waar hij zijn eigen huis bouwde. Over de onderscheiding zei hij met zijn kenmerkende ironie: “Misschien krijg ik ‘m wel omdat ik ermee gestopt ben.”
Carel Weeber laat een erfenis na van grensverleggende ontwerpen en prikkelende ideeën die het Nederlandse architectuurlandschap blijvend hebben beïnvloed.
Bron: nrc.nl