Biobased geotextiel krijgt zetje via landelijke innovatiewedstrijd
2 september 2025
Innovatiewedstrijd biobased geotextiel gelanceerd
Wie duurzame ambities heeft én zich thuis voelt in de wereld van grond-, weg- en waterbouw (gww), kan zich opmaken voor een innovatief avontuur. Half september start een landelijke aanbesteding die het gebruik van biobased geotextiel en drainagebuizen moet versnellen. Het doel: minder plastic in de bodem, meer circulaire oplossingen, én een nieuwe impuls voor Nederlandse landbouwgrond.
De wedstrijd is onderdeel van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen, een overheidsprogramma dat biobased bouwmaterialen wil opschalen. Waar eerder vooral de woningbouw werd gestimuleerd, ligt de focus nu op de gww-sector. Projectleider Claudia van Riet (Building Balance) ziet biobased geotextielen nog als pioniersmateriaal, maar met groot potentieel.
Van vlas tot fundering: potentieel in de bodem
De alternatieven voor kunststoffen zijn er al: vlas, miscanthus en vezelhennep bieden mooie, duurzame grondstoffen. Ze slaan CO2 op, worden lokaal geteeld en zijn biologisch afbreekbaar. Toch blijven er vragen. Is het materiaal sterk genoeg? Breekt het niet te snel af?
Tijdens een marktconsultatie in juni kwamen opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, TenneT, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf samen met de markt om precies die vragen te bespreken. Hoe lang moet een drainagepijp meegaan? Hoe stel je dat vast in aanbestedingen? De antwoorden vormen nu de basis voor de aanstaande Innovation Impact Challenge.
Aannemers en ingenieurs cruciale schakel
Om echt tot praktijktoepassing te komen, zoekt Building Balance samenwerkingen in de hele keten: van boeren tot fabrikanten, en van wevers tot ingenieursbureaus. De prototypes zullen worden getest op proeflocaties van de deelnemende opdrachtgevers. Maar de bouwsector laat zich vooralsnog weinig zien.
Volgens Van Riet is dat niet per se zorgelijk – de focus lag in de opstartfase op producenten en opdrachtgevers. Maar nu is het volgens haar de hoogste tijd dat ook aannemers en ingenieursbureaus aanhaken. Zij weten immers als geen ander wat werkt op de bouwplaats: hoe je materialen verwerkt, vervoert en toepast. En vooral: of het schaalbaar is.
Experimenteren loont op lange termijn
Meedoen aan de innovatiewedstrijd betekent investeren in tijd en energie, zonder dat alle regels al zijn uitgekristalliseerd. Toch ligt hier juist de kans. Aannemers die nu meedoen, komen direct in contact met de grootste opdrachtgevers van Nederland. Bovendien bouwen ze mee aan de standaarden en normen van de toekomst.
Volgens Van Riet dreigt wie nu aan de zijlijn blijft, straks achter de feiten aan te lopen. De verwachting is namelijk dat overheden in de nabije toekomst biobased toepassingen niet alleen stimuleren, maar zelfs gaan eisen in projecten. Door nu in te stappen, kunnen partijen dus invloed uitoefenen op wat straks ‘de norm’ wordt.
Van pilot naar praktijk: grootschalige uitrol in zicht
TenneT, een van de betrokken opdrachtgevers, experimenteert nu al met biobased worteldoek in Zeeland. Ook BAM Infra en Joosten Groep doen mee. De resultaten van dergelijke pilots zijn veelbelovend. Als de producten de proeven doorstaan, is het voornemen om ze op grotere schaal in te kopen.
Het doel van de nationale aanpak is ambitieus: binnen afzienbare tijd moet 30 tot 50 procent van al het geotextiel biobased zijn. Ter vergelijking: nu bestaat 99 procent nog uit kunststof. Met andere woorden: de markt is er nog lang niet, maar de route is uitgezet.
Op 29 september vindt een informatiebijeenkomst plaats voor geïnteresseerden. Daar kunnen deelnemers niet alleen meer leren over de innovatiewedstrijd, maar ook kennismaken met potentiële samenwerkingspartners. Want één ding is duidelijk: deze transitie maak je niet alleen.
Bron: cobouw.nl