De bodem liegt niet: hoe glasvezel de fundering van hoogbouw doorlicht

7 juli 2025

Hoogbouw in Rotterdam vraagt om slimme funderingsinzichten

De skyline van Rotterdam groeit gestaag, maar met elke nieuwe toren wordt de ondergrondse puzzel ingewikkelder. In een stad waar de bodem voornamelijk uit klei en veen bestaat, zijn funderingsvraagstukken cruciaal. Zeker als nieuwe wolkenkrabbers, zoals het 155 meter hoge Post Rotterdam, verrijzen vlak naast historische panden met een geheel andere draagstructuur.

Post Rotterdam rust op 65 meter lange funderingspalen die dwars door oudere lagen en palen heen worden geboord. Maar of die diepte meteen garant staat voor maximale draagkracht? Niet per se, zo blijkt uit geavanceerde metingen van het gemeentelijk ingenieursbureau.

Met glasvezel meten waar de kracht echt zit

Om het draagvermogen van deze funderingspalen écht te begrijpen, heeft Ingenieursbureau Rotterdam in samenwerking met TNO en andere partijen vier van de 98 palen voorzien van glasvezelsensoren. Deze uiterst gevoelige sensoren meten via zogeheten Brillouin scatter waar en hoe spanning zich opbouwt in de paal.

De techniek maakt zichtbaar dat – ondanks de enorme lengte van de palen – de diepste lagen nog nauwelijks bijdragen aan de draagkracht. Pas na verloop van tijd, wanneer de bovenste grondlagen bezwijken onder het gewicht van het gebouw, wordt de diepere paalweerstand gemobiliseerd. Dit proces kan jaren duren. Misschien wel decennia.

Geen garantie op zettingsvrij bouwen

Dat gebouwen op palen staan betekent niet dat ze niet zakken, benadrukt geotechnicus Rodriaan Spruit. Zelfs de stevigste funderingen zetten, zeker in bodems zoals die onder Rotterdam.

Voorbeelden zijn er genoeg: ‘De Rotterdam’ zakte met dertig centimeter, de Nationale Nederlanden-toren met twintig. En dat terwijl die gebouwen op 20 meter lange palen staan. Met 60 meter palen zou het niet anders zijn geweest. Het gaat erom dat je exact weet wanneer, waar en hoe de belasting zich opbouwt.

Risico’s voor de omgeving van hoogbouwprojecten

Met de opkomst van steeds hogere gebouwen in dichtbebouwde gebieden neemt ook de kans op schade aan naastgelegen structuren toe. Voor de nieuwe toren zijn enkele centimeters zetting geen ramp. Maar voor het voormalige hoofdpostkantoor ernaast – met zijn 18 meter lange houten palen – kan het funest zijn.

Een fout inschatten van de bodemgedrag leidt niet alleen tot verzakkingen, maar ook tot schade aan monumenten, infrastructuur of metrotunnels. En dat terwijl de financiële risico’s zelden volledig bij ontwikkelaars liggen. Spruit is daar kritisch op: “De stad draagt het risico, terwijl ontwikkelaars de winst opstrijken.”

Van tijdelijke test naar structurele transparantie

De huidige metingen maken onderdeel uit van een langlopend onderzoek dat minstens tien jaar doorgaat, maar liefst vijftig jaar in beeld wil brengen hoe funderingspalen zich gedragen over de tijd.

Het project is onderdeel van HiViBE en verenigt onder andere Besix, Fundex, GeoBest, BAM en meerdere ingenieursbureaus. Doel is om de meetmethode met glasvezel breed toepasbaar te maken in stedelijke hoogbouw. Transparantie over funderingen is daarbij