Woningbouw in de knel door botsende belangen en volle agenda’s

9 september 2025

Veel plannen, weinig beton: waarom het op Novex-locaties zo moeizaam gaat

Waarom we moeten blijven bouwen binnen de stadsgrenzenMiljarden euro’s aan overheidssteun en een dringend woningtekort: je zou denken dat de bouwkranen inmiddels op volle toeren draaien. Toch blijft het opvallend stil op veel van de zogenoemde Novex-locaties, de zeventien gebieden waar het Rijk de woningbouw een krachtige impuls wil geven.

Een rondgang langs vier van deze grote bouwlocaties – waaronder Almere en Zwolle – laat zien dat de ambities groot zijn, maar de uitvoering stokt. Politieke verdeeldheid, financiële onzekerheid en strijdige belangen zorgen ervoor dat het tempo laag blijft en de eerste paal soms nog ver weg is.

In Almere staat de bouwambitie haaks op de praktijk

In Almere wil men stevig doorbouwen: tot 2030 moeten er 20.500 nieuwe woningen bij komen. De lat ligt hoog, zeker als je bedenkt dat er vorig jaar slechts 1692 woningen werden opgeleverd. Wethouder Paul Tang spreekt van een ‘veel te laag bouwtempo’ en wijst op een wirwar van tegenstrijdige belangen die de voortgang remmen.

Of het nu gaat om supermarkteigenaren die bezwaar maken, automobilisten die vrezen voor parkeerdruk, of ontwikkelaars die geen zin hebben in strengere betaalbaarheidsregels – iedereen lijkt zijn eigen agenda te hebben. Tang vat het kernachtig samen: “De woningbouw gaat aan botsingen van deelbelangen ten onder.”

Volgens hem ligt de sleutel bij het vormen van een hechte coalitie – van schets tot sleutel – waarbij overheden, ontwikkelaars en burgers samenwerken in plaats van tegenover elkaar staan. Ook het financieel herverdelen van middelen, zoals het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek, zou volgens hem kunnen bijdragen aan een eerlijkere en effectievere woningmarkt.

Zwolle loopt vast in haar eigen spoorzone

Ook Zwolle wil flink groeien en ziet in de Spoorzone – een voormalig industriegebied – ruimte voor duizenden woningen. De ambitie? Uiterlijk in 2030 moet de bouw van 8800 woningen van start zijn gegaan. Maar eind 2024 gaf het gemeentebestuur toe dat die ontwikkeling ‘niet of hooguit zeer moeizaam van de grond komt’.

Een van de grootste struikelblokken is het eigenaarschap van de grond: 90% tot 95% van de gebouwen en percelen in de Spoorzone zijn in handen van anderen dan de gemeente. Onderhandelingen over parkeerplaatsen, voorzieningen of woningprogramma’s verlopen daardoor stroef.

Een voorbeeld is het vastlopen van gesprekken met ontwikkelaars over parkeervoorzieningen. Uiteindelijk besloot de gemeente zelf mobiliteitshubs te bouwen, inclusief alle financiële risico’s die daarbij horen. De prijs? Een investering van €150 tot €175 miljoen tot 2035 – waarvoor Zwolle afhankelijk is van extra Rijkssteun.

Gebrek aan samenwerking vertraagt woningbouwprojecten

Behalve geld en grond speelt er nog iets fundamentelers: het ontbreken van een effectieve samenwerking tussen gemeenten, ontwikkelaars en andere belanghebbenden. Sinds de Vinex-periode eind jaren ’90 is er nauwelijks ervaring opgedaan met zulke grootschalige gebiedsontwikkeling.

Volgens Paul van Hoof, directeur fysiek domein bij Zwolle, moeten partijen elkaar opnieuw leren vinden. In plaats van elkaar te verwijten dat de grondprijs te hoog is, of dat de eisen onrealistisch zijn, pleit hij voor een cultuur van samenwerking.

“Het is heel makkelijk om gefrustreerd de armen over elkaar te slaan,” zegt hij, “maar daar bouw je geen huis mee.”

Bron: fd.nl