Wonen grootste thema in verkiezingen 2025
25 augustus 2025
Van links tot rechts staat wonen centraal
Voor het eerst in jaren zijn bijna alle politieke partijen het ergens over eens: wonen móet prioriteit krijgen. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van oktober schuift het thema woningnood andere hete hangijzers als migratie en zorg tijdelijk naar de achtergrond.
De cijfers liegen er ook niet om. Met een tekort van ruim 400.000 woningen voelt bijna elke Nederlander de crisis van dichtbij. Of het nu om een zoon, dochter, collega of vriend gaat, iedereen kent wel iemand die geen betaalbaar dak boven het hoofd kan vinden.
Demissionair minister Mona Keijzer vatte het recent samen in de Tweede Kamer: “De moed zakt woningzoekenden geregeld in de schoenen.” Dat sentiment leeft, en de politiek lijkt het dit keer écht te voelen.
Politieke taboes sneuvelen voor woningbouw
Opvallend is dat partijen niet alleen zeggen dat het anders moet, maar ook bereid lijken om heilige huisjes aan te pakken. Zo wil D66 de hypotheekrenteaftrek afschaffen – een regeling die jaarlijks zo’n 11 miljard euro kost en de huizenprijzen kunstmatig hoog houdt. GroenLinks-PvdA wil de winsten van grondspeculanten deels herverdelen richting woningbouwprojecten.
De VVD richt haar pijlen op stikstofregels en regeldruk. Wonen moet, aldus de partij, voorgaan op beschermde diersoorten: “Een eigen woning is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of hagedis.” Ook moet permanent wonen in vakantiewoningen mogelijk worden, en wil de partij bezwaarprocedures versnellen door hogere griffierechten en snellere afhandeling.
Nieuwe regie voor woningbouw vanuit de overheid
Het woningtekort is mede ontstaan doordat de overheid de regie jarenlang liet lopen. Sinds het opheffen van het ministerie van VROM in 2010 werd de woningmarkt vooral aan de markt overgelaten. Pas onder ministers Hugo de Jonge en later Mona Keijzer kwam de centrale aansturing terug. De recent aangenomen Wet versterking regie volkshuisvesting is daarvan het voorlopige hoogtepunt.
Die regie betekent niet dat alles vanuit Den Haag geregeld moet worden, maar wél dat de overheid een actieve rol speelt. De BBB benadrukt in haar verkiezingsprogramma dat “een goed functionerende woningmarkt begint bij een overheid die helpt in plaats van hindert.”
Sneller bouwen door minder regels
Vrijwel alle partijen vinden dat regels en procedures bouwplannen te veel vertragen. Zo wil D66 een nationale ‘bouwbaas’, vergelijkbaar met de Deltacommissaris, die knelpunten doorbreekt en bouwprojecten aanjaagt. Ook stelt de partij voor dat bezwaarprocedures geen bouwstop meer veroorzaken: bouwen mag doorgaan, terwijl de rechter alleen nog kijkt naar eventuele compensatie.
GroenLinks-PvdA gaat zelfs nog verder met een nieuwe Wet versnelling woningbouw. Daarmee wil de partij binnen zes maanden vergunningen kunnen afgeven, onder meer door het opkopen van intensieve veehouderijen om stikstofruimte te creëren.
Sociale woningbouw wordt opnieuw herijkt
Sociale woningbouw krijgt in de plannen van meerdere partijen een centrale rol. GroenLinks-PvdA stelt voor om de doelgroep fors uit te breiden: tot wel tweederde van de Nederlanders zou er dan voor in aanmerking komen. Hiervoor worden ‘Woningcorporaties Nieuwe Stijl’ opgetuigd, met gunstige financiering en zonder belastingplicht.
De SP pakt het nog groter aan. Met een Nationaal Woonfonds wil de partij de bouw van een miljoen huurwoningen financieren, onder meer door de hypotheekrenteaftrek voor duurdere huizen af te bouwen en leegstand zwaarder te belasten. De blik is daarbij nadrukkelijk op Oostenrijk gericht, waar het grootste deel van de bevolking recht heeft op sociale huur.
Of het nu om fiscale prikkels, versnelling van procedures of meer regie gaat – één ding is zeker: wonen wordt dé inzet van de komende verkiezingen. En de salamander? Die heeft voorlopig het nakijken.
Bron: nrc.nl