Wat als de renteaftrek verdwijnt? Politiek vuur onder de woningmarkt

9 september 2025

Verkiezingen maken van de hypotheekrenteaftrek opnieuw een splijtzwam

Hoe verkoop je je huis nu de woningmarkt verandertNet als je dacht dat het onderwerp even van tafel was, duikt het weer op: de hypotheekrenteaftrek. CDA-leider Henri Bontenbal trapte de discussie af met een opvallend standpunt in zijn verkiezingsprogramma: versnelde afbouw moet de woningmarkt toegankelijker maken. De reactie liet niet lang op zich wachten. In onder andere De Telegraaf werden rampscenario’s geschetst voor miljoenen huiseigenaren en starters.

De politieke lijnen zijn voorspelbaar. Rechts wil vasthouden aan de regeling als fundament van financiële zekerheid. Links en het politieke midden, inclusief het CDA, willen afbouwen. Een groot deel van de economen, De Nederlandsche Bank en zelfs de Europese Commissie pleiten daar al langer voor. De vraag is nu vooral: durft de politiek er deze keer wél echt iets aan te doen?

Een belastingmaatregel met diepe wortels in de geschiedenis

De hypotheekrenteaftrek lijkt misschien een moderne regeling, maar stamt al uit 1893. Destijds wilde minister Pierson belasting gaan heffen op inkomen, inclusief het ‘wonen in eigen huis’. Om de huizenbezitters toen tegemoet te komen, werd renteaftrek toegestaan. Een compromis dat sindsdien onderdeel is van het fiscale fundament.

Tegenwoordig is het systeem veranderd, maar de essentie is gebleven: eigenwoningbezitters mogen rente aftrekken, terwijl ze tegelijkertijd via het eigenwoningforfait inkomstenbelasting betalen over hun woning. Die combinatie werkt in de praktijk als een flinke stimulans voor kopen boven huren.

Hypotheekrenteaftrek houdt de woningprijzen kunstmatig hoog

Volgens voorstanders stimuleert de regeling woningbezit en helpt het starters aan financiering. Tegenstanders wijzen echter op het prijsopdrijvende effect. Hogere leenruimte leidt tot hogere huizenprijzen, en dus indirect tot duurdere grond én huurwoningen.

Onderzoek van De Nederlandsche Bank schat het jaarlijkse prijsopdrijvende effect op zo’n 1 tot 2 procent, bij een afbouw over twintig jaar. Maar dat cijfer is met de nodige onzekerheid omgeven, onder meer omdat Nederland al zo lang deze regeling kent dat er geen referentie is zónder.

En dan speelt er nog iets: ondanks een versnelde afbouw sinds 2020 zijn de huizenprijzen door blijven stijgen. Pas toen de rente in 2022 omhoog schoot, kwam daar tijdelijk verandering in. De rente lijkt dus uiteindelijk bepalender dan de aftrek zelf.

Wat gebeurt er bij versnelde afbouw van de renteaftrek?

Veel huiseigenaren vrezen een flinke stijging van hun maandlasten. Maar dat scenario treedt vooral op als de aftrek per direct wordt afgeschaft – en daar pleit niemand voor. Experts gaan uit van een afbouwperiode van vijftien jaar, waarin inkomens meebewegen.

Rekenvoorbeelden laten zien dat een gemiddelde starter met een hypotheek van €363.000 in het tiende jaar van afbouw ongeveer €222 per maand extra betaalt. Jaarlijks gaat het om een stijging van zo’n €20 à €30. Volgens adviseurs is dat – met inkomensgroei meegerekend – voor de meeste huishoudens op te vangen.

Huiseigenaren met een oudere, deels afgeloste of aflossingsvrije hypotheek merken sowieso minder van een afbouw. En wie in 2022 nog snel zijn rente lang heeft vastgezet, heeft al een lage rentelast én dus minder aftrek.

Zijn koopstarters de dupe zonder hypotheekrenteaftrek?

Daarover zijn de meningen verdeeld. Econoom Johan Conijn noemt de doemscenario’s ‘klinkklare onzin’. Hij stelt dat dalende leenruimte leidt tot lagere prijzen, en dat starters zich aanpassen aan die nieuwe realiteit. Ze blijven een deel van hun inkomen inzetten voor woonlasten – alleen het prijspunt schuift mee omlaag.

Matthijs Korevaar ziet juist dat starters met een laag inkomen op dit moment het meest profiteren van de renteaftrek. Door die steun kunnen zij nét wel een hypotheek krijgen. Afbouw zonder compensatie zou hen dus relatief hard raken.

Een alternatieve route, zegt Korevaar, is om het eigenwoningforfait te verhogen. Daarmee belast je vooral de woningbezitter met lage hypotheekrente (en dus weinig aftrek), terwijl starters kunnen blijven profiteren. Zo houd je de woningmarkt enigszins in balans.

De renteaftrek wás al aan het verdwijnen – in stilte

Wie denkt dat de politiek dit onderwerp telkens voor zich uit schuift, vergist zich. Sinds 2014 is de renteaftrek stapsgewijs verlaagd. Eerst met een half procentpunt per jaar, later zelfs met drie procentpunt. In 2025 is nog maar 36% van de rente aftrekbaar.

Toch ontstaat er soms onverwachte dynamiek. Door een extra belastingschijf in het Belastingplan van het demissionaire kabinet profiteerden hogere inkomens tijdelijk van méér aftrek dan lagere inkomens. Het illustreert hoe complex de fiscale gevolgen zijn van kleine beleidswijzigingen.

Een echte afschaffing of versnelde afbouw ligt nu – voor het eerst in jaren – weer op tafel. Of het deze keer echt gaat gebeuren, zal afhangen van de verkiezingsuitslag én de bereidheid van partijen om moeilijke keuzes te maken.

Bron: nrc.nl